Ooit zullen we krom lopen en
krimpen. We zullen van die groteske oorlellen krijgen die tot de schouders
hangen, zoals het lange haar in onze jeugd, ooit, zo lang geleden. Nou hebben
we nog een neus, maar dan hebben we een gok. En diepe rimpels, waarin we de
munten voor het parkeergeld kunnen bewaren. En misschien worden we zelfs
vergeetachtig en herinneren we ons niet eens meer dat we ooit als wilden stonden
te juichen voor helden als Mitch en Jonathan van SC Veendam.
Maar zover is het nog lang niet.
Nu zijn we nog steeds bij de tussenstand en dat is sowieso de beste plek om te vertoeven.
De eerste helft is gestreden en we staan met 1-0 voor. We kunnen terugkijken op
een mooie strijd en een terecht zeer verdiende voorsprong.
Desalniettemin zal de
tegenstander zich niet zomaar gewonnen zal geven. Die zal er in de tweede helft
alles aan doen om op gelijke hoogte te komen. Op zijn minst moeten we onze
voorsprong zien te bestendigen, bij voorkeur met een extra goal erbij. Dat
wordt – laten we eerlijk zijn – nog een enorme opgave.
Maar nu is het nog de
tussenstand. We kijken tevreden om, hoe mooi die eerste 45 minuten verliepen, hoe
alles perfect onder controle was, en als kroon op het werk dat schitterende
doelpunt van onze Jonathan.
Tegelijkertijd vrezen we het
verdere verloop van de wedstrijd. Zal het onze jongens lukken de anderen direct
al in de eerste minuten van de tweede helft de definitieve nekslag toe te
dienen of krijgen de anderen juist vleugels en wordt het voor ons tot diep in de
94e speelminuut billen knijpen?
Eigenlijk doet het er niet toe of
de anderen ons straks nog zullen verschalken. Ook aan de man met de zeis valt
uiteindelijk niet te ontkomen. Maar dat zal pas blijken aan het einde van de wedstrijd.
Zo ver is het nog niet. Nu is het nog de tussenstand. En we kunnen tevreden
zijn, want wij staan voor.
Laten we het vieren met een
braadworst, die we bij dat mooie meisje van de snackbar kunnen kopen.
© Bill Mensema
Geen opmerkingen:
Een reactie posten