maandag 29 april 2013

De Nederlandse film


Druk, druk, druk en nog eens druk. De zwarte mannen hebben het druk. Het druk hebben met schijnt ook een issue te zijn. Voor de verandering even iets heel anders. Zwarte man Mensema over het bloot in de Nederlandse film. Als mosterd na de maaltijd mopperen, altijd goed! Veel leesplezier.



Op de Australische tv zender SBS wordt elke woensdagavond een film uitgezonden uit een van de vele immigratielanden die het zuidelijk continent rijk is. Vanzelfsprekend worden er op de Australische televisie veel Engelstalige films vertoond, maar woensdagavond krijgt men er tevens Griekse, Italiaanse, Duitse, Franse, Indiase en meer recent ook Afrikaanse films te zien. In de originele taal, met ondertiteling.

Aangezien er veel Nederlandse immigranten in Australië een bestaan hebben opgebouwd, komen Nederlandse films ook geregeld aan bod.

Mijn Australische (maar van origine Engelse) oudtante Marj heeft ze allemaal gezien. Tenminste, toen ze nog leefde. Nu is ze dood.

Toen ze er nog was, en toen ik ook nog in Australië was, zei ze me eens dat ze het idee had dat wij Nederlanders wel heel erg veel aan seks doen. Perplex staarde ik haar aan, want over het algemeen is men in Australië nooit zo direct. Aan de andere kant geldt binnen de familie natuurlijk een losser protocol. Zulke opmerkingen kan men dan gerust plaatsen.

Marj baseerde dit idee op de Nederlandse films die zij in de loop der tijd op SBS had gezien. Dat is aanzienlijk meer dan ikzelf, want ik volg de Nederlandse film al jaren niet meer. Toch heb ik er vroeger veel gezien. Soms vond ik ze zelfs erg goed. Zo staat me de film ‘Soldaat van Oranje’ goed bij, net als de films ‘Spetters’, ‘Het debuut’, ‘De vierde man’ en ‘De provincie’. Vond ik allemaal goede films.

Very, very graphical, zei Marj.

Welnu, in alle Nederlandse films die Marj tot nu toe gezien had, kwamen er zeer plastisch in beeld gebrachte seks scenes voor.

Ik knikte. Het achterwege laten van dergelijke scenes is na het fenomenale kassucces van de film ‘Turks fruit’ in het begin van de jaren 70 ondenkbaar geworden. Sindsdien zijn seks scenes in Nederlandse films de regel waar amper een uitzondering op wordt gemaakt. Dat was al zo toen ik er nog naar keek, zoals de beruchte pijp scene in de Rotterdamse metro in ‘Spetters’.

Dus eigenlijk begreep ik de opmerking van mijn oudtante wel.


Om haar gerust te stellen zei ik dat het ten eerste wel mee valt. Zelfs in het zich naar de buitenwereld toe als progressief profilerende Nederland is het meeste uiteindelijk heel gemiddeld. Ten tweede biechtte ik haar op dat ik als halve Nederlander juist mijn uiterste best deed dit cinematografische gepoch weer naar de juiste proporties terug te brengen door de laatste tijd vrijwel helemaal geen seks meer te hebben.

(Overigens tegen mijn zin in.)

Hoofdschuddend keek mijn oudtante me aan, stond op en ging thee zetten in de keuken van de lage bungalow aan de baai van Thevenard, aan de Zuid-Australische kust.

Ondertussen ging ik naar buiten om een sigaret te roken. Daar herinnerde ik me de laatste Nederlandse film die ik gezien had, waarna ik geen trek meer had in films van Nederlands fabricaat, waarna ik er helemaal klaar mee was.
Ik herinnerde me de film ‘Bastille’. Niet over het vlammend begin van de Franse revolutie, maar over Derek de Lint die iets moet op- of uitzoeken in Parijs. De film is nog maar net tien minuten aan de gang, of we zien hem vijf minuten lang masturberen in een hotelkamer in de Franse hoofdstad.
Daarna was ik er klaar mee.
Daarna had ik geen trek meer.

De Nederlandse film is ruk.

Dat is wat ik toen – begin jaren 80 – dacht.

Aan de Australische kust van de Zuid Oceaan dacht ik er in 2000 iets milder over. Ik begreep de Nederlandse voorkeur voor seks scenes in de film iets beter, aangezien er minder financiële middelen voorhanden zijn in de Nederlandse filmwereld dan in de grote Europese landen. En dan laten we de Amerikaanse filmwereld al helemaal buiten beschouwing.
In Nederland moeten we het gewoon met minder doen. Om dan toch nog enigermate spraakmakend te zijn, doen we er een paar seks scenes in. Dat is in elk geval stukken goedkoper dan het uitvoeren van dure stunts.
 
Aan de andere kant – zo bedacht ik me ook terwijl ik voor de bungalow in Thevenard stond te roken – waren er in het qua inwonertal met Nederland vergelijkbare Australië halverwege de jaren 90 twee films vervaardigd die overal ter wereld volle bioscoopzalen trokken. ‘Muriels wedding’ en ‘Priscilla, queen of the desert’. Ik had ze ook gezien, de eerstgenoemde zelfs tweemaal.
Een totaal terecht succes. En ook nog eens tegen minimale kosten gemaakt.
Seks kwam er trouwens ook in voor, zoals tussen Muriel en de atletische zwemmer, maar het is maar wat je dan als regisseur wilt laten zien. Plastisch was het zeker niet. Eerder suggestief, met een gezonde dosis humor.
En het getuigde vooral van een diepmenselijke warmte.

Dat laatste is een kwalificatie die in Nederlandse films als ‘Het debuut’ en ‘De provincie’ nog wel terug te vinden is, maar dat daarna steeds meer plaats leek te maken voor iets dat niet echt fijn is. Iets schrijnends.
Geen leuk gevoel.
Niet leuk om naar te kijken.

Kille, van alle warmte ontdane, trieste seks.

Het zou iets moeten zijn waar ik direct voor zou willen tekenen, aangezien ik al zo lang droog stond. Maar het is zo verdomd treurig stemmend.
Ik keek naar de dovende kegel van mijn GPC sigaret, keek toen om me heen, over de baai waar verderop mijn oudoom Ted in zijn bootje zat te vissen, naar de jetty – een ver in de baai stekende houten pier – die daar ooit onder auspiciën van mijn oom Kerry was gebouwd, en uiteindelijk naar de grote SACBH silo’s aan het oosteinde van de baai, waar wekelijks een groot graanschip aanmeerde.
Dit was zo anders als Nederland.

En ergens ook weer niet. We hebben immers veel meer gemeen dan niet, want uiteindelijk zijn we vooral mensen. We staan ’s ochtends op, we ontbijten, we gaan naar het werk, we dragen daar ons steentje bij aan de samenleving, we komen thuis, we delen het avondeten, we lezen wat voor aan de kinderen, we kijken nog wat tv, we gaan naar bed en misschien – als we allebei zin hebben – hebben we nog wat seks. Daarna vallen we in slaap, om de volgende dag alles opnieuw te doen.

Ik dacht niet langer terug. Ik dacht vooruit. Ik dacht aan een paar Nederlandse films die ik later nog zou gaan zien, omdat ik er op den duur toch weer benieuwd naar zou worden. Films die ik zelfs zou gaan huren in de videotheek. Ik dacht vooruit.


VOORUIT SPOELEN>>


De VHS videorecorder zou een DVD player worden, die op zijn beurt zou worden vervangen door een HDD player. Dit laatste apparaat zou op den duur vervagen tot een zogeheten cloud. Allemaal techniek. Techniek dient de mens. Op deze stelling is wel het een en ander op aan te merken, maar zover gingen mijn gedachten in het jaar 2000 aan de Zuid-Australische kust niet.
Ik dacht alleen aan de Nederlandse films die ik nog ging zien.


VOORUIT SPOELEN>>


Met mijn dochter keek ik in 2011 naar de Nederlandse film ‘Er komt een man bij de dokter’, over een man die niet goed kan dealen met zijn terminaal zieke vrouw en daarom met iedereen die dronken genoeg is naar bed gaat. Na de eerste seks scene met de gelauwerde Nederlandse actrice Carice van Houten – die behalve erg goed kan krijsen, elke mogelijkheid aangrijpt om uit de kleren te gaan – bleef ik nog een kwartiertje kijken, maar ik had er eigenlijk alweer tabak van.
In hetzelfde jaar keken we naar ‘De gelukkige huisvrouw’, ditmaal over een Nederlandse vrouw die maar niet klaarkomt met haar postnatale depressie. Zelfde geval. Weer Carice van Houten in haar nakie, weer veel seks van het kille en trieste soort. Opnieuw een kwartier langer doorgekeken, maar ook daarna trok ik het niet meer.
Het is een klein wereldje, de Nederlandse filmwereld. Ik zou willen zeggen ‘klein maar fijn’, maar dat lukte me niet. Ook dacht ik voor een moment aan de in Nederland veel gebezigde uitdrukking ‘Waar een klein land groot in is’ dat ik vanwege de films van Nederlandse makelij zou willen wijzigen in ‘Waar een klein land klein in blijft’. Vond ik goed gevonden van mezelf. Maar zelfs dat sprak ik niet uit. In plaats daarvan zat ik alleen maar tegen het brede plasmascherm in de woonkamer van mijn dochter te schelden.

Houd toch op met dat pedante gedoe! zo schreeuwde ik, houd toch op met dat gezever over ongeneselijke ziektes en postnatale depressies, want daar gaan al die Nederlandse kut films over!

Wat is er toch, opa?

Ik hoorde mijn vierjarige kleindochter niet eens, zo razend was ik over dit zoveelste wanproduct van vaderlandse bodem.

Ja, schreeuwde ik verder, in Amerikaanse films moet het altijd over geweld gaan, maar Nederlandse films spelen met hun expliciete seks scenes net zo goed in op de primaire driften van de mens. En aangezien zelfs Nederlandse filmers het te gortig vinden als het dan alleen maar om de bloot scenes draait, moet het daarnaast ook altijd weer over ‘iets’ gaan, wat steevast neerkomt op dealen. Hoe je moet dealen met de dood bijvoorbeeld. Fuck off met de dood. Die komt op den duur heus wel. Wat wil je eraan doen? Fuck off met het dealen met de dood! Het is godverdomme ook altijd hetzelfde liedje hier: functioneel bloot dat afgewisseld wordt met functioneel dood!

Wat is dood, opa?

Ik keek mijn kleindochter met net zulke grote ogen aan als waarmee zij naar mee keek.

Ja, lachte mijn dochter, je hebt het onderwerp zelf op tafel gelegd. Nou mag jij het ook zelf aan je kleindochter gaan uitleggen.

Maar…

Ik ga even thee zetten. Succes ermee!


<< TERUG SPOELEN


Ik zou in 2010 ook nog een Nederlandse film zien die ik eigenlijk best wel te pruimen vond: ‘Alles is liefde’. Ondanks de stomme titel en zelfs ondanks Carice van Houten in een van de hoofdrollen, keek ik er met plezier naar. Ik keek de film ook uit. Of er een seks scene in voorkomt, weet ik eerlijk gezegd niet meer. Ik geloof van niet.
Ik herinner me blij verrast te zijn.
Eindelijk eens een Nederlandse film zonder gezeik.
Dat vond ik eigenlijk ook wel van de film ‘Simon’ van de Amsterdamse filmregisseur Eddy Terstall. Ook al lijdt de hoofdrolspeler aan een ongeneselijke ziekte en grijpt het overigens prachtig verbeelde einde – wanneer hij in Thailand zijn dood symbolisch tegemoet treedt door van een rots af te springen – de kijker bij de keel, het is vooral een zeer menselijke film. Het was zeker een film die me lang bij zou blijven.


<< TERUG SPOELEN


In het jaar 2000 had ik nog nooit van Eddy Terstall gehoord, was ik in Australië en schoffelde ik mijn inmiddels gedoofde GPC peuk onder het zand op de inrit van het huis van mijn oudoom Ted en mijn oudtante Marj. Ik staarde nog eens naar de grote, witte graansilo’s van SACBH. In die dagen wist ik precies wat de afkorting betekende, maar ik moest vooral gniffelen om BH.

Ik had echt te lang geen seks meer gehad.

Zou dat ook liggen aan ‘Turks fruit’? Dat vroeg ik me af toen ik de bungalow weer naar binnen liep. Marj had een kop thee voor mij op de keukentafel neergezet, maar bevond zich alweer in de koele woonkamer, waar ze op een Lazy Boy fauteuil in slaap gesukkeld was. Ik ging in de andere Lazy Boy zitten, nipte aan mijn thee en dacht aan ‘Turks fruit’.

Ik dacht niet langer vooruit. Ik dacht nu weer terug.


<< TERUG SPOELEN


Ik dacht aan mezelf als puber. Hoe we medio jaren 70 dagelijks naar school fietsten door de Groninger provincie en regen en tegenwind altijd ons deel was. Hoe we zulke narigheid weer vergaten door te lullen over de grote filmsensatie ‘Turks fruit’, waar onze ouders het over hadden, waarover op tv werd gesproken.
De mannelijke hoofdrolspeler Rutger Hauer, ja, die kenden we allemaal nog als de onverschrokken ridder Floris die altijd ten strijde trok tegen de mannen van de valse Hertog van Gelre. Floris was een van onze eerste tv helden.
In de film ‘Turks fruit’ had hij blijkbaar heel veel seks. Wat dat precies was, wisten we amper. Maar we hadden wel begrepen dat er heel veel blote tieten in de film te zien waren.

De film werd alleen vertoond in de bioscopen die maandenlang uitverkocht waren. Het was evenwel een film voor 18 jaar en ouder. Daar mochten wij nog niet naartoe.

Pas als student zou ik de film voor het eerst zien. Ik herinner me er niet veel van. Ja, heel veel seks scenes – gelukkig niet met Carice van Houten (die was destijds nog niet eens geboren) maar met Monique van de Ven – en dat de hoofdrolspeelster op het einde van de film aan een terminale ziekte bezwijkt.
Ik vond ‘Turks fruit’ eerlijk gezegd een fenomenale kut film.
Ik zag de film daarna nog eens, samen met een vriendin met wie ik hoopte nadien seks te hebben. Ook toen vond ik het weer een fenomenale kut film. Mijn fout die avond was dat ik mijn gemopper niet onder stoelen of banken stak. Met als gevolg opnieuw een nacht zonder seks voor mij.

De ellende met ‘Turks fruit’ is dat de film daarna jarenlang in de Nederlandse filmwereld heeft geschitterd als een alles verblindende ster in het firmament. Critici riepen het zelfs uit tot de beste Nederlandse films ooit. Met als gevolg dat ‘Turks fruit’ een sjabloon werd voor hoe je in Nederland films dient te maken.
Dus met niets aan de verbeelding over latende seks scenes. En met gezeur over de dood, terminale ziektes en hoe wij daar als Nederlanders mee dienen te dealen.


VOORUIT SPOELEN>>


Ik keek opzij en zag dat mijn oudtante Marj in haar Lazy Boy lag te snurken. Waarop ik de tv wat zachter zette met de afstandsbediening en begon te zappen. Niet dat er veel keuze is in Zuid-Australië, waar de mensen zich tevreden stellen met vijf tv zenders.
Een daarvan was SBS.
Daar werd op dit moment een Nederlandse film uitgezonden. ‘Bastille’ met Derek de Lint.

Ik knipte de tv uit en klapte de voetensteun van mijn Lazy Boy naar voren, net zoals mijn oudtante had gedaan.



© Bill Mensema

zondag 21 april 2013

Boy Nijgh, de man met de pleister boven zijn oog


Hij grapte onlangs tegen onze correspondent Arie Weits dat hij niet hoopte herinnerd te worden als de man die een niet meer bestaande club naar de eredivisie schoot. Dat is, helaas, wel het geval. SC Veendam is failliet en de herinnering aan Boy Nijgh begint vandaag ook, want de oud-profvoetballer uit Stadskanaal is afgelopen nacht overleden.

Hoewel het goed met hem leek te gaan, zo las ik onder meer op Tweenul, kampte hij al lange tijd met hartklachten. Zijn afnemende gezondheid was ook de reden dat hij, met trainer Jans Deenen, besloot om het na dit seizoen voor gezien te houden bij de A-selectie van zijn andere liefde, SC Stadskanaal.

Boy Nijgh (1955-2013) is voor mij de man van die ene foto in de Kanaalstreek. Die waarop hij is te zien met een pleister boven zijn oog. Het is te lang geleden om me de aard van de verwonding te herinneren, maar het beeld staat in mijn geheugen gegrift. Een stoere plaat, van een goede voetballer die ergens in de strijd gewond is geraakt.

Ik voetbalde bij S.E.T.A. en zoals zowat elke andere speler van elke andere club uit de Kanaalstreek hadden we weinig op met SC Stadskanaal. Dan druk ik me voorzichtig uit. Het was meer een hekel uit gewoonte, dan dat er echte diepgewortelde gevoelens achter zaten. Zo ging dat, in die tijd. Wij hadden niks met die andere clubs en die andere clubs, daar durf ik wat om te wedden, hadden niks met ons. Nieuw-Buinen, Stadskanaal en Musselkanaal; water en vuur konden beter met elkaar overweg.

Er was een tijd dat alledrie de clubs hoog in de amateurvoetballerij zaten en in die dagen beleefde Boy Nijgh bij SC Stadskanaal zijn finest hour, door met de blauw-witten, na een tweetal beslissingswedstrijden (1-1 en 1-0) naar de eerste klasse te promoveren. Daar was ik bij, dat zag ik met eigen ogen en ook dat vergeet ik nooit.

Ondanks de aversie tegen SC Stadskanaal sprak Boy Nijgh tot de verbeelding. Hij was iemand naar wie je opkeek. Omdat hij een van de weinigen uit de Kanaalstreek was die het betaald voetbal haalde en er historie schreef, iets wat we allemaal wel zouden willen. Die ene foto paste daar precies bij en verbeeldde dat waarover Bonnie Tyler zong in ‘I need a hero’: ‘He's gotta be strong/And he's gotta be fast/And he's gotta be fresh from the fight’.
Met die pleister kwam hij net van ‘het gevecht’ en dat sprak tot de verbeelding van de jongen die ik toen was; met weinig talent, maar met veel talent tot dromen.

Met die ene goal, waarmee hij SC Veendam naar de eredivisie schoot, maakte Boy Nijgh zich in de vaderlandse en vooral noordelijke voetbalwereld onsterfelijk. Of SC Veendam nu bestaat of niet. Zo zal hij de geschiedenis in gaan. Bij de naam Boy Nijgh denk ik vooral aan die ene foto.

Herman Sandman

Zwarte Mannen Lied

Kees van Kooten vond het al vreemd. Waarom laat Rutte op de avond van de verkiezingen Gorden zingen op de overwinning. Rutte houdt waarschijnlijk meer van Gordon dan het omgekeerde.Rutte, een man die in z'n vrije tijd piano speelt en wel eens een boek van Thomas Mann heeft gelezen. Gordon! Dan klopt er iets niet. Op 30 april moet het volk verheven worden en willen we geen Wilhelmus gezongen door iemand als René Froger. Gezien het niveau van het koningslied zijn de zwarte mannen bang dat verheven worden er niet in gaat zitten. Koning middelmaat gaat regeren.

Zwarte man Sandman heeft door het lied inspiratie opgedaan. Goed beschouwd heeft de Veenkolonien ook een troonswisseling achter de rug. Van De Langeleegte naar de Eeuwige Leegte. Sandman heeft een parodie op het Koningslied geschreven. In een half uur tijd. Hij had ook geen zin er meer tijd aan te besteden. Het is zo ongeveer het slechtste wat hij ooit heeft geschreven, maar dan is hij nog in het voordeel ten opzichte van die vijftig tekstschrijvers waaronder Daphne, John, Guus en Alain, want hij deed het in z'n eentje. Hij wist dat wat hij ook schreef, het niet slechter kon zijn dan wat zij hadden gemaakt. Alleen zijn we geboren en gaan we ook weer dood.


Het Zwarte Mannen lied

Daar lig je dan
Je laat de bagger over je heenkomen
Daar komt het dan
De dag waarvan je wist: fluitjepoep tralala
Daar ben je mooi klaar mee
Want je hebt niks te willen

Daar lig je dan
Een mens krijgt wat voor de kiezen
Je helemaal uit genavveld
Nou, daar komt het dan
Als je dat had geweten
Elke stap een stap dichter bij de hel
Niemand loopt met je mee

Wat nou regen en wind?
Nee, je blijft hier niet naast mij staan.
Ik bescherm helemaal niemand
Het is ieder voor zich
En God, mocht ie bestaan, voor ons allen
Met die stormen, zoek het lekker uit,
Regen doet het hier toch altijd

Wat een strij… eh, tijd,mensen
We staan hier naast elkaar te braken
Zo’n dag, op van de zenuwen
Alweer in de storm en de regen
Zoals gezegd, ieder voor zich
Ik laat een wind, een keihard geluid
Ja, ik ben Calimero, de lul
Nooit geen daden, zo groot
We gaan weer onderuit
Mijn kind die lacht mij uit
Mijn pa en mijn ma nog meer
Fuck die eeuwige wind en regen
Niemand zal achter je staan
Weer een kogel draagt mijn naam
Die komt er ook, best wel snel
Een dijk van een blow in mijn handen
Ja, wat moet je, met dit weer

Kan me niet schelen wat jedroomt
Aan welke balk je je verhangt
Ik zal niet rusten tot er haar op groeit
En als je ooit je eend verliest
Zal ik kwaken in de nacht
Ik trap wat bejaarden in elkaar

Ik heb jeuk als van een kameel
Tot een kauw zijn nootje breekt
Kijk toch eens man, hoe je beeft

De V van Veendam
Middelvinger in je reet, spoorhekken, spoorhekken
De V van Veendam is de V van vuck
Ja, slaat nergens op, maar ja
De V van voorbij, voorbij, voorbij
We houden het niet droog, zuipen ons klem
De V van vaarwel forever, nok af
Laat God er in Godsnaam buiten
De V van Veendam
De V van verneukt, in ons hol genaaid
Miljoenen euro’s er doorgedraaid
De V van af en toe een keer winnen
Wij staan buiten, de rest is binnen
De V van Vok, wat moeten we nou?
Ik trem je helemaal in elkaar
En dus zwijgen we vandaag want

Zo zat ben ik van wind en regen
Ik blijf echt niet naast je staan
Want ik heb meer te doen vandaag
Ben trouwens ook best wel moe
Aan me reet wat betreft die storm
Nou, daar hoor ik weer een deur

Hoef niet weten wat je droomt
Ben ik echt wel klaar mee
Ik pak mijn duster het wordt laat
Mocht je ooit verdwalen
Bel niet, ben niet thuis
Nooit geweest, vrienden bestaan niet

En rot lekker op met die leeuw
Knoop in je oren: het was niks
Het is niks en het wordt niks