woensdag 30 oktober 2013

De beste bowler ter wereld


Zwarte man Sandman slaat de spijker op z'n kop. Een mens kan niet zonder helden. Rolmodellen geven het leven glans en stimuleren om boven jezelf uit te stijgen. Zwarte man Sandman is er één op het spoor en doet verslag van zijn gedachten omtrent deze held en neemt gemakshalve zijn eigen idolen mee.


Een mens kan niet zonder helden. Sidney Schmeltz was er een, toen hij nog bij SC Veendam voetbalde. We noemen een Milko Djurovski, Hunter S. Thompson, Jeff Tweedy, Ernest Hemingway, David Halberstam, David Foster Wallace. Goed, drie van hen sloegen de hand aan zichzelf, maar ik zie ze als gidsen in het tranendal dat onze westerse wereld is geworden. Als we aan onze Zwarte Piet gaan lopen trekken wordt het gewoon een lastig verhaal. Daarom hebben we voorbeelden nodig. Zij helpen bij het zoeken naar antworoden op Waarheen? Waarvoor? Waarom in vredesnaam?
Op de vraag wie de beste schrijver of muzikant is, moeten we edoch het antwoord schuldig blijven. Zoveel kleuren, zoveel smaken, zoveel boeken. De kwestie ‘beste voetballer ter wereld’ is al beter te beantwoorden (Messi) en over de vraag wie de beste bowler ter wereld is, bestaat ook weinig misverstand.
Chad McLean.
Uit, natuurlijk, de US of A. Hij gooide in een minuut 9 strikes. Dat deed hij vorig jaar december. Goed, hij gebruikte alle banen van de AMF Alley Katz bowling alley in Gainesville, Florida en er waren vijftien pogingen nodig, maar toch… Negen strikes in een minuut. Dat is negen winnende doelpunten in de finale van de Champions League. Alle in de laatste minuut.
"This is my thing," liet McLean in The Gainesville Sun weten, "I will do something to leave my mark on the sport.”
Dat is de mentaliteit. Wij maken een diepe buiging.

De titel van beste blower, daar zal niemand aanspraak op willen maken, maar volgens Het Laatste Nieuws kan het niet anders of die moet uit Australië komen. De Belgische krant haalden een studie aan van het medisch tijdschrift The Lancet waaruit (de cijfers zijn van 2009) bleek dat inwoners van Oceanië (tussen de 15 en 64 jaar) het meest van een joint houden. We citeren: ‘…zo'n 15 procent van de onderzochte personen in Australië en Nieuw-Zeeland stak er in de loop van 2009 wel 's eentje op, tegenover ongeveer 11 procent van de Noord-Amerikanen en amper 2,5 procent van de Aziaten. In Europa zitten we in het peloton, met ruim 5 procent van de onderzochte groep die marihuana gebruikt. Daarbij valt wel op dat we in West- en Centraal-Europa flink meer blowen (goed 7 procent) dan op de rest van het Oude Continent (2,6 procent).’
Waarmee het stempel dat Nederland een drugsland zou zijn, meteen naar het rijk der fabelen kan worden verwezen. De zwarte mannen hebben het altijd al gedacht.

donderdag 24 oktober 2013

Tony Joe White


Zwarte Man José Cutileiro schreef op zijn Facebookpagina het volgende stukje naar aanleiding van een optreden van Tony Joe White in De Oosterpoort afgelopen dinsdag 17 september. Het was een vooraankondiging, want het concert moest nog plaatsvinden.
Dit bericht inspireerde zwarte man Mensema het volgende te schrijven. En inderdaad. Mensema heeft zuvere proat. Warren Zevon is ook zo'n instituut. Lawyers, guns & money zeggen wij dan.

“Deze man is een monument! Tony Joe White (1943) scoorde in 1968 een hit met 'Polk Salad Annie' en schreef ook veel hele fijne nummers voor anderen. 'Steamy Windows' van Tina Turner is een voorbeeld. Nog mooier vind ik 'Rainy Night In Georgia' (o.a. Brook Benton), een nummer dat Tony Joe White al op negentienjarige leeftijd had geschreven. Vanavond speelt hij in De Oosterpoort, begeleid door een steady drummer. Meer heeft hij niet nodig om zijn fraai gegromde songs en broeierig gitaarspel over te brengen. Ik zal er zijn, want ik mag vooraf, in de pauze - er is een voorprogramma - en na afloop plaatjes draaien in de foyer. Je kunt natuurlijk ook niet komen, maar dan ga je wat missen.”

Laten we eerlijk zijn: de meeste mensen hebben het concert van Tony Joe gemist. Ook tal van Zwarte Mannen lieten die avond verstek gaan, waaronder ondergetekende.
Niettemin ben ik het hartgrondig met Zwarte Man Cutileiro eens. Tony Joe is een monument, maar net als Warren Zevon een muzikant die met zijn eigen albums nooit echt miljoenenoplagen wist te bereiken.

Zo denk ik er nu over, maar dat heb ik niet altijd gedaan.

De eerste keer dat ik van Tony Joe hoorde was bij Han thuis, op een namiddag in 1978. Proestend van het lachen liet Han me een elpee zien die zijn oudere broer de vorige dag had aangeschaft, terwijl we intussen naar ‘This year’s model’ van Elvis Costello & The Attractions luisterden.

Wat Han me liet zien was het bruingekleurde album ‘Eyes’ van Tony Joe White. Op de voorkant van de hoes stond een foto van een man – Tony Joe zelf – die de vrouw tegenover hem indringend aankeek. De man had een enorme, goed gecoiffeerde bos haar, een open overhemd met veel te grote revèrs, waardoor je een flink stuk van zijn borstkas zag en zoals gezegd een blik in de ogen waarmee hij het hart van de vrouw trachtte te smelten.



Het was een typisch jaren zeventig tafereel, een tijdperk waarin jongens als Han en ik tot wasdom waren gekomen, maar waar wij als jonge generatie inmiddels helemaal klaar mee waren. Onze tijd was aangebroken, met punk en New Wave, met helden van onze eigen generatie. Ook het haar moest weer kort en de kleding moest strak zitten, net zoals bij Elvis Costello.
Ik schoot ook in de lach. Wat een idioot, die Tony Joe. Hoe haalde hij het in zijn hoofd om zo op de foto te gaan!
‘En dan die bakkebaarden van hem,’ zei Han.
‘Net zo groot als die van Elvis,’ reageerde ik.
‘Niet van onze Elvis natuurlijk.’

‘Ben jij gek. Nee, van de dode Elvis.’      



‘Pump it up’ klonk het over de speakers van de Hi-Fi installatie in de woonkamer van de ouders van Han. Maar goed dat we nu alleen in huis waren, anders hadden we het nooit zo hard mogen afspelen.
‘Wat een klasse nummer!’ zei ik.
‘Van onze Elvis,’ zei Han.
‘Niet van de dode Elvis.’
‘Met z’n bakkebaarden.’
‘Heeft-ie nou niet meer.’

Ik begreep niet waarom mannen als de dode Elvis & Tony Joe zulke enorme bakkebaarden droegen – het leek me vreselijk te jeuken – maar ik werd helemaal nerveus van de ogen van Tony Joe.
Op de foto kijkt hij de vrouw aan met ogen die zeggen: ik wil je.
Ik begeer je.
Ik lust naar je.
Ik wil met jou de Hot & Sexy doen.
Ik wil de bowlingbal op jouw kegelbaan zijn.
Ik wil de passer in jouw etui zijn.
Ik wil jouw huis zo doen sidderen van begeerte dat de ramen uit hun sponningen springen. Ik zal daarbij een woordenboek meenemen, zodat we daarin samen kunnen opzoeken wat een sponning nog maar weer precies is.
Ik wil de Ha zijn van jouw Halleluja.
De Aa van jouw erlebnis.
Ik wil het gaatje zijn in jouw elpee. O nee, dat zeg ik verkeerd: jij mag het gaatje zijn in mijn elpee. Lijkt me ook logisch, want jij hebt geen elpee uitgebracht. Ik daarentegen wel. Namelijk deze. En om dit te vieren stel ik voor dat we Lowdown & Dirty gaan doen.
De hokiepokie.
Want ik wil de reus in jouw reuzenrad zijn.
De Enter op jouw toetsenbord. Oké, dat zegt ons nog niets in deze tijd – het is momenteel 1978 – maar de lezers van de toekomst weten dondersgoed wat ik hiermee bedoel.
Over dondersgoed gesproken: ik wil de goed zijn in jouw donders.
Ik wil het spel zijn tussen jouw klokken.
Ik wil de peper zijn van jouw noten.
Ik wil de glorieuze intocht in jouw Lange Leegte zijn.

Ik wil kortom de liefde met jou bedrijven. En laten we daar niet te lang mee wachten, want zoals je ziet is mijn glas inmiddels leeg.

Ook aardig in de jaren zeventig was dat iedereen aan hoor en wederhoor deed, ook als dat slecht voor jezelf uitpakte. Zo ook Tony Joe, die op de achterzijde van de hoes van zijn album ‘Eyes’ een foto liet afdrukken van de vrouw die hij aan de voorzijde met zijn donkerbruine ogen in bed probeert te kijken.


Deze foto spreekt natuurlijk boekdelen. Je ziet de vrouw heel duidelijk denken: Bekijk het maar, Arie!
Ga maar met je eigen pielemosie spelen!
Ik ben Gekke Henkie niet.

Het bleek trouwens een elpee te zijn die Han en ik – na een paar maal afspelen – minstens net zo goed vonden als die van onze eigen Elvis (die zonder bakkebaarden).

© Bill Mensema


dinsdag 22 oktober 2013

Over Rusland, Rehwinkel & Zwarte Man Piet


Het kan verkeren. Krijg je als spreekstalmeester bericht dat er een Zwarte Man is gesignaleerd in het Colosseum van Rome. Zit er vrijwel gelijktijdig in de mailbox een schrijven van dezelfde Zwarte Man over Zwarte Man Piet, Rehwinkel en Rusland. Zoals gezegd het kan verkeren.

In tijden van onzekerheid wordt aan veel getwijfeld. Terecht, maar dat instituties als zwarte Piet geslachtofferd worden, zeg het maar. Dat er in de media tijd en ruimte is voor een burgemeester die heeft gesolliciteerd naar een functie die dan weer wel en dan weer niet schijnt te bestaan, zeg het maar. Dat onze relatie met Rusland vele malen beter kan, zeg het maar. Misschien moet Rehwinkel als diplomaat en verkleed als Zwarte Man Piet in Rusland aan de slag. Zwarte Man Cutileiro bericht. Hij zegt het maar. 


Drie zaken beheersten de afgelopen week onze nationale media:

Rusland, Rehwinkel en Zwarte Man Piet.
Ze zijn in een gordiaanse knoop met elkaar verbonden.

Verwarrend?
Dat valt wel mee.
Leest u verder.

Allereerst de getroebleerde relatie tussen de Nederlanden en de Russische Beer. Het botert al langer niet. Vooral de positie van lesbiennes, homo’s, transgenders en biseksuelen in Rusland is ons Nederlanders een doorn in het oog. U dient echter wel te beseffen dat het immense land wordt geregeerd en gedicteerd door krachten waar wij nauwelijks weet van hebben. Onder- en bovengrondse organisaties maken er de dienst uit die worden beheerst door mores en gewoontes die ieder weldenkend mens liever niet zou willen kennen. De positie van LGTB’s is in het huidige Rusland niet te benijden maar denkelijk al wel stukken beter dan in de Sovjettijd, nog niet zo lang geleden. Toen was alles-behalve-hetero namelijk officieel verboden en werd vervolgd. Dat is tegenwoordig niet meer zo. Al blijft het dubieus dat voor andere dan heteroseksuele relaties geen ‘propaganda’ mag worden gemaakt, kan ik me voorstellen dat de huidige machthebbers zich verwonderen dat juist nu uit het buitenland kritiek komt op de in hun ogen versoepelde houding tegenover minder gangbare belevingen van seksualiteit. De demonstraties in Amsterdam, eerder dit jaar, hebben het Kremlin wellicht oprecht verbaasd zelfs.  

Niettemin is het prettig te weten, dat iedere om wat voor reden dan ook zich bedreigd voelende Rus in Moskou een buitenlandse ambassade binnen kan vluchten. Indien de dienstdoende diplomaat hem of haar bescherming biedt, kan het Russische regime hier niets tegen beginnen. Feitelijk is een Nederlandse ambassade in het buitenland gewoon Nederlands grondgebied. Daar zijn internationale afspraken over gemaakt.

Die afspraken behoren wereldwijd tot het abc van iedere regering. De knulligheid van de Haagse politie in de zaak Dmitri Borodin kent daarom nauwelijks een gelijke. Het is puur amateurisme om een buitenlandse diplomaat uit zijn huis te halen en op te sluiten, hoe de beschuldiging ook moge luiden. En let wel: er is nog helemaal niets bewezen aangaande misdragingen van deze Rus. Maar zelfs al heeft hij zijn kinderen geslagen, het Verdrag van Wenen schrijft voor dat in geval van persoonlijke misdragingen een buitenlandse regering mag worden verzocht een diplomaat terug te roepen. En reken maar niet dat dit in zijn eigen land een maatschappelijke bevordering van ambassaderaad Borodin had betekend.

Nederland roept zoals gebruikelijk eerst heel hard dat het gelijk heeft. Onze minister Timmermans biedt vervolgens tandenknarsend excuses aan. Niet om de ‘vriendschap’ met Rusland te redden, daar gaat het hier namelijk niet om. Die bestaat ook niet. Als gewoonlijk draait het allemaal om handel. In gas vooral. Het Nederlandse aardgas is namelijk uitgeleverd aan de multinationale gigant Gazprom. Hoofdkantoor te Moskou maar met een dependance in Groningen. 

Nederland is er als de kippen bij als het gaat om handel. Keiharde handel. Dat is al eeuwenlang zo. Vanaf pak ‘m beet de 16e-eeuw varen Hollandse schepen over ’s werelds zeeën voor de handel – ook wanneer dit woord een eufemisme was voor roof en plundering. Specerijen, goud, zilver en andere edelmetalen, diamanten… Maar nergens werd ooit zo veel geld mee verdiend als met handel in mensen. Schepen werden aan de Afrikaanse kust volgeladen met zwarte mannen, vrouwen en kinderen die westwaarts werden vervoerd. Ze werden verkocht aan plantagehouders op het Amerikaanse continent (Noord, Midden en Zuid) om onder de meest erbarmelijke omstandigheden zwaar werk te verrichten. Dit werd dusdanig gewoonte door de eeuwen heen, dat het stigma van de blanke mens als superieur aan de zwarte nog immer geldt.

En zo komt het dat wij jaarlijks een kinderfeest vieren waarbij we om onduidelijke redenen een katholieke bisschop uit Turkije opvoeren, die het eeuwige leven heeft, inmiddels om al even vage redenen in Spanje woont en zich omringd weet door een de afgelopen decennia explosief gegroeid aantal zwarte knechten. Nederlandse kinderen worden vanaf hun prilste jeugd vertrouwd gemaakt met de zwarte man als clown, als potsierlijke fratsenmaker, een onderdanige dienaar. Onschuldig vermaak? Voor volwassenen misschien. In het zeer kneedbare kinderbrein wordt helaas een beeld geschapen van zwarte mensen dat mensonwaardig is.

*

Peter Rehwinkel zit ondertussen in zijn werkkamer op het Groningse stadhuis achter het bureau. Hij is een goed en rechtvaardig mens met het hart op de juiste plaats. Plichtsgetrouw bovendien. Het wordt hem echter zwart voor ogen wanneer hij denkt aan de ceremonie die hij in november als burgemeester zal moeten leiden: de intocht van Sinterklaas. Pracht en praal zijn aan Rehwinkel wel degelijk goed besteed – hij staat niet voor niets bekend als royalty-kenner. Maar het bespotten van negers sanctioneren, dat gaat de burgervader te ver. Hij overweegt de ambtsketting af te leggen. Zijn carrière aan de wilgen te hangen.

Zijn gedachten dwalen verder af.

Waar staat Groningen nou bekend om? Wat zal hij achter zich laten? Het gas natuurlijk! Groningen, met zijn schijnbaar saaie uitgestrekte landschap, herbergt ondergronds de bron van Nederlands welvaart. Met alle seismische onrust van dien. En het hart van de Hollandse gashandel bevindt zich nog altijd aan de rand van de stad, in de Apenrots, ingeklemd tussen de ringweg, het Stadspark en de afslag richting Drachten. In Rehwinkels eigen stad wordt de import en export van het blauwe goud geregeld, al is het een illusie te denken dat dit nog steeds wordt gedaan door Groningers. Of Nederlanders. Welnee. In feite wordt alles wat in dat gebouw gebeurt gedirigeerd door de Russen. Een ietwat vreemde en zelfs beangstigende gedachte, ook al omdat Rehwinkels eega van hetzelfde geslacht is als hijzelf.

Peter besluit tot een meesterzet.
Een drie-vliegen-in-één-klap zonder weerga.
Rehwinkel vertrekt naar Barcelona.

Vlieg één: hij komt in gelegenheid de ridiculisering van Zwarte Man Piet bij de wortel aan te vatten. Waar kan hij dit immers beter doen dan in Spanje? Weliswaar ligt Barcelona in het separatistische Catalonië, maar als het puntje bij paaltje komt zijn het natuurlijk gewoon Spanjaarden. Scoorde Andrés Iniesta van FC Barcelona niet de winnende treffer tijdens de WK-finale tegen Nederland? Als adviseur bij rampenbestrijding kan Rehwinkel met een verborgen agenda moeiteloos op zoek gaan naar het hoofdkwartier van het kwaad – het zomerverblijf van de bisschop – en zo mogelijk die verfoeide stoomboot in het ongerede brengen. Semtex, minstens. Nooit meer dat badinerende kindervermaak. Diewertje Blok in haar Sinterklaasjournaal eens écht met de mond vol tanden laten zitten.

Vlieg twee: de sleutel van de voordeur van de Apenrots gaat mee naar Spanje. De Russen én de economische machthebbers uit Den Haag komen er gewoon niet meer in hier. Dat gas zal enige tijd onontgonnen in de grond moeten blijven zitten, totdat de Groningse bevolking het heft in eigen handen neemt, zich loswrikt uit de Haagse dictatuur en zelfstandig de onderhandelingen met Gazprom heropent. Met aansluitend de derde Vlieg: Rehwinkel zal de sleutel pas teruggeven wanneer de Russische regering keihard toezegt dat homoseksuelen en transgenders niet alleen legaal relaties met elkaar mogen onderhouden, maar ook naar hartenlust in de straten van Petersburg tot Vladivostok hun geaardheid uitbundig mogen vieren.

Eind goed, al goed.
We mogen dan eindelijk ook met goed fatsoen gaan bowlen in Moskou.
Yolo!

© José Cutileiro

maandag 21 oktober 2013

Tom & Jerry


Kijken Zwarte Mannen porno op het internet? Welnee, wij behoren immers tot de 0,05% van de mannelijke internetgebruikers die dat niet doen. In plaats daarvan kijken we weleens een Tom & Jerry filmpje op You Tube, zoals dit bowling filmpje dat Zwarte Man Cutileiro onlangsuit de oude doos op het web wist te vissen.


(Pas overigens goed op als je naar een oude doos op het internet gaat zoeken, want voor je het weet krijg je iets anders voorgeschoteld dan waar je op gerekend hebt.)

Tom & Jerry filmpjes bekijken wij met warme gevoelens. Het ontegenzeggelijke vakmanschap van de Hannah & Barbera studio's, waar de tekenfilmpjes geproduceerd werden, vervult ons ruim 60 jaar na dato nog steeds met ontzag. De door de makers ervan in elk frame uitgedrukte liefde voor het medium zelf, het vloeiende en speelse geheel van muziek, beweging, kleuren en zelfs verhaallijn, de indrukwekkend hoogwaardige kwaliteit van het totaal. Het is simpelweg amper te geloven dat dergelijke tekenfilmpjes ooit gemaakt werden, als je ze vergelijkt met het goedkope pulpwerk dat vandaag de dag de toon zet op de cartoon tv-kanalen.

Het is als de oude, prachtig vormgegeven Pink Cadillac, onder meer bezongen door Aretha Franklin en Bruce Springsteen, waarbij het moderne wagenpark – ondanks al z'n hypermoderne gadgets en passagiersstoelen met individuele billenverwarming – maar schril afsteekt.

Wij hebben dat ook. Weliswaar willen we de luxe van nu, maar stiekem blijven we smachten naar het blinkende chroom en de adembenemende staartvinnen van de Cadillac.

Maar ook wij Zwarte Mannen kunnen niet blijven hangen in het verleden. Dat weten we wel.

Sponge Bob Squarepants is bij lange na niet zo goed getekend als Tom & Jerry, en zijn bowlingverhaal is niet zo leuk als dat van onze geliefde muis en kater, maar ook Spongebob heeft wel wat. Om maar wat te noemen: een ontzettend grappig stemmetje.

De tijd schrijdt kortom voort en ooit – ergens in de toekomst – zal de iPhone 5 bekend staan als de Pink Cadillac van die tijd.

Er zal dan een Zwarte Man opstaan die snikkend bekent terug te verlangen naar het chroom en het effectieve vernuft van deze smartphone van wijlen Steve Jobs en consorten.

Zoals wij Zwarte Mannen dus denken over de Tom & Jerry cartoons, die we ooit als jongetjes wekelijks zagen op het Duitse ZDF, direct na het avondeten. Op het tapijt zittend, in de pyjama voor de kachel, de kleuren-tv aan, als ze werden uitgezonden als onderdeel van de 'Schweinchen Dick' tekenfilmshow op de dinsdagavond vanaf 18:40 uur.

Ze werden onderbroken door de commerciële boodschappen. Vandaag de dag ga je dan even zappen, maar destijds – eind zestig – hadden we nog geen afstandsbediening. Daarvoor hadden we bij ons thuis mijn broertje. Mijn pa zei: 'Zet 'm even op 2, Jack', waarop mijn broertje dan naar de tv toe liep en de schakelaar twee slagen omdraaide.
Wij keken dan ook naar de Duitse tv-reclames, met daar weer tussendoor telkens een kort filmpje van Die Mainzelmänchen. Ook die waren niet zo goed getekend als de Tom & Jerry cartoons, maar net als Spongebob hadden ze een grappig stemmetje. Zoals het Mainzelmänchen dat aan het einde van het reclameblok zijn petje lichtte en dan zei: 'Gutentag'.

Genoeg gemijmer van ons. Bekijk het filmpje en mijmer zelf!

© Bill Mensema