Wat zwarte man Herman eveneens met Herman Brusselmans gemeen had was een bijzondere voorliefde voor whisky. Althans, totdat de Vlaamse schrijver (op doktersadvies) met die hobby moest stoppen. De man uit Gent dronk volgens eigen zeggen whisky zoals koeien water, maar in tegenstelling tot zijn Belgische bloedbroeder doet Herman dat nog steeds en dus was het niet gek dat hij op zondag 25 maart 2012 een van de heren was die in Stad in een lange rij voor de Der Aa-kerk stond, omdat daar om één uur de zoveelste editie van het Noord-Nederlands Whisky Festival plaatsvond.
Je moet thuis met een goed verhaal komen wil je kunnen verantwoorden dat je op een zondagmiddag tussen een en vijf uur een twintig tot dertig whisky’s achterover gooit en die rij mannen is ook wel een beetje een treurig gezicht, maar zwarte man Herman gooide het in huize Sandman op ‘traditie’.
Waarop zijn vrouw reageerde met: ‘Wat nou traditie? Dat is toch gewoon gelul?’
Herman: ‘Nee, want dat doe ik elk jaar met mijn neef. Om de familiebanden aan te halen.’
De vrouw van Herman: ‘Lekkere familie. Het is het enige dat je elk jaar met je neef doet.’
Herman: ‘Daar gaat het niet om, het gaat om het principe.’
De vrouw van Herman: ‘Principes, my ass. Jullie zijn gewoon alcoholisten.’
Daar was Herman het uiteraard niet mee eens en bij wijze van legitimatie volgden hij en zijn neef op die zondagmiddag zelfs een workshop ‘whisky’. Want whisky drinken is niet zomaar een glas achterover gooien, neen, daar moest je van genieten en dat gebeurde in een zaaltje van nota bene Humanitas, alwaar schrijfster Martine Nouet (van Whisky Magazine) een lecture gaf over whisky in relatie tot muziek. Dat deed zij met Tessa Woudstra van de Wooden Saints en Tessa bracht op haar gitaar enige goede liedjes, maar je moest al heel erg in de whisky zijn (of heel erg dronken) om een symbiose tussen songs en drank te kunnen ontwaren.
Kort gezegd: er werden enkele prima borrels geschonken, waaronder een Glenffiddich van 21 jaar oud en een unaged Kilchoman (een vrij jonge distilleerderij van Islay, nabij het schitterende Machir Bay) en Tessa zong enige gevoelvolle liederen (met niet altijd een goede afloop, zoals de zwarte mannen dat het liefste zien), maar de link tussen beide grootheden was nogal vergezocht.
Maar goed, wij snapten het wel. Je moet wat om de handel aan de man te brengen. Herman was wel onder de indruk van de muziek van Tessa en haar Wooden Saints, die volgens Tessa musiceerden in de stijl van Wilco, niet toevallig de favoriete band van Herman, dus hij linkte onmiddellijk met haar op Facebook en koopt asap een cd van die club.
Na de workshop ging het gezelschap snel weer naar de Der Aa-kerk om zich met een air van ‘wij zijn connaisseurs’ ordinair vol te laten lopen. Daarbij keken ze niet zo nauw op wat er in de glazen werd gegooid, behalve één moment, toen de mannen zich een slokje Johnny Walker Blue Label King George V gunden. Dat slokje kostte tien euro per persoon. Voorwaar geen kattepis. Navraag leerde dat een hele fles iets van 450 euro kostte. Toen liep de zwarte man haastig verder, zich realiserend dat hij met dat geld ook een speler voor zijn favoriete club zou kunnen kopen.
Zwarte man Herman was overigens in het gezelschap van Herman Sandman, neef en naamgenoot. Deze Herman Sandman werkt momenteel in Schoonebeek om daar het zwarte goud (!) weer uit de grond te kunnen halen en heeft een zo mogelijk nog zwartgalliger levensvisie dan Brusselmans. Hij is dus in potentie een zwarte man, edoch de helft van zijn roots liggen in Enschede en zijn voetbalhart klopt sinds jaar en dag voor FC Twente. Wat inhoudt dat hij eens in de twee weken van Zuidlaren naar Enschede rijdt. Voor zoveel clubliefde maken wij (een beetje dronken) een diepe buiging. Respect!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten