Naast het Korps Mariniers is de voetballerij de enige branche waar niemand homo is. Een merkwaardig gegeven, aangezien in verder alle geledingen van de samenleving de score plusminus 1 op 10 is. In het onderwijs, in de zorg, in de dienstverlening, bij de politie en in de kappersbranche. Overal is het personeelsbestand een afspiegeling van de maatschappij. Voor mijn dagelijks brood beweeg ik mij in de wereld van de kunst en cultuur in de stad Groningen en daar is de score zowat 10 op 1.
Ik weet niet of de selectieprocedure bij het
Korps Mariniers dusdanig is dat homo’s automatisch afvallen, maar ik zou het me
kunnen voorstellen. Het is natuurlijk niet handig als je ergens in Afghanistan
in een greppel ligt en je maatje gezellig lepeltje-lepeltje tegen je aan
kruipt. Omringd door Taliban die jullie met blote tanden het hart willen
uitrukken leidt dat alleen maar af.
In principe bestaat dat gevaar in de voetballerij niet. Maar
afgezien van wat scheidsrechters en Justin Fashanu (met wie het niet zo goed is
afgelopen) ken ik niemand die het is of zegt dat ie het is. Want dat is nog een verschil.
Of er zijn geen voetballende homo’s, of ze zeggen het gewoon niet. In dat
laatste geval is er een wereld te winnen. Als homo’s er niet voor durven uit te
komen, dan ligt dat niet aan de homo’s, maar aan ons. Dan is er dus een
probleem. Een probleem dat geen probleem zou hoeven zijn, want wat is dan het
probleem?
Bang dat de linksbuiten onder de douche vraagt of je dat
blokje zeep wilt oprapen?
Alsof een homo op alle mannen valt. Laten we eerlijk zijn, hoeveel
mensen zijn er echt aantrekkelijk? Een schrijfster werd eens gevraagd of
vrouwen wel zouden kijken als mannen naakt in het veld stonden. Toen begon ze
te giechelen en zei dat Peter Bosz en Mario Been in hun blootje eerder op de
lachspieren zou werken. Bij iemand als Kenneth Monkou had ze wel bepaalde
gedachten. Draai het eens om: als ik in een team zou zitten met meisjes zou ik
echt niet iedereen willen neu... goed, misschien is dit niet zo'n goed
voorbeeld…, wat ik wil zeggen is dat homo’s echt niet meteen met hun piel lopen
te zwaaien.
We moeten in de 21ste eeuw niet meer moeilijk
doen als iemand zegt: ‘Moi, ik ben Hendrik-Jan, ik ben gay.’
Ik zie zelfs allerlei voordelen. Hun gevoel voor design zou
het tenue ten goede komen. Broekjes en shirtjes zien er nog steeds uit alsof ze
gemaakt zijn van een restpartij seinvlaggen. De jaarlijkse clubavond wordt een
soort Eurovisie Songfestival met dolle verkleedpartijen en karaoke en na de
wedstrijd zit je vriendin niet steeds te zeuren dat ze naar huis wilt, omdat ze
gezellig met ‘die schat van een jongen’ zit te kleppen.
Het kan zijn dat homo’s voetballen niks aan vinden en dans
en volleybal wel. Maar als zelfs vrouwen voetballen geloof ik dat niet. Blijft
over dat ze krampachtig zwijgen. Waarop weer de vraag volgt: wat gebeurt er als
je uit de kast komt?
Je wordt genegeerd?
Dat stopt heel snel als je elke wedstrijd twee goals maakt.
Je wordt uitgescholden?
In de voetballerij is ‘homo’ al een scheldwoord (‘Nok even
af, homo’). Goed, het is niet fijn als zesduizend man spreekkoren aanheffen
over je geaardheid, maar dat duurt twee weken. Dan is de lol er van af. En
hoeveel man staan er nu bij de gemiddelde amateurvoetbalwedstrijd?
De
voetballerij heeft zichzelf wijsgemaakt dat het een machowereld is. Maar in
bijna geen andere sector zie je zoveel ouwe wijven, lange tenen en achterbaks
gedrag. Na één wisselbeurt klikt elke speler bij de journalist dat de trainer
er niks van kan en behalve in de modellenwereld zijn mannen nergens zó met hun
uiterlijk bezig. Kortom: veel échte kerels in de voetballerij zijn er nu ook
niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten