maandag 9 april 2012

SC Veendam zoekt een romanticus mét geld

Hieronder het meer persoonlijke opiniestuk van zwarte man Sandman dat afgelopen donderdag in het Dagblad van het Noorden stond.

Mijn vader is voor FC Groningen. Als ik zeg dat ik voor SC Veendam ben maakt hij een wegwerpgebaar. Met beide handen. Mijn vader begrijpt mij niet. Ik begrijp mij wel. Het is de club van de Veenkoloniën. Daar kom ik vandaan. Ik ben opgegroeid in Stadskanaal en fietste als kind langs rechte kanalen. Later wilde ik een wereldburger zijn en dacht dat ik me in Singapore of Bangkok ook thuis zou voelen. Dat is, vrees ik, niet zo.

Ik snap mijn vader wel. De uitstraling van Veendam is zelfs in de Veenkoloniën matig. Toch ben ik supporter. Dat heeft te maken met het besef dat je nooit en te nimmer je afkomst moet verloochenen. Dat leerde ik van mannen als Herman Brusselmans (Berchem Sport), Robbie Williams (Port Vale), Hugo Borst (Sparta), Elton John (Watford) en Tom Egberts (SC Heracles). Hoe succesvol ze ook zijn geworden, ze bleven trouw aan de club waar ze op de jongenstribune stonden.
Ik heb als jongen nooit op de tribune van SC Veendam gestaan. Mijn vader en mijn ooms hadden seizoenkaarten voor FC Groningen. Tribune parkzijde. Soms ging ik mee. Dan reden we over de Kielsterachterweg. Het waren, eerlijk is eerlijk, leuke uitjes. FC Groningen is een mooie club. Maar achteraf hadden we op de Kielsterachterweg rechtsaf gemoeten. De Langeleegte paste beter bij ons, Veenkolonialen. FC Groningen is voor Piet van Dijken, Tjeerd van Dekken en Frank den Hollander.
Ik ben sinds vorig jaar supporter van Veendam. Ik ga op zoek naar die verloren tijd. Anderen met mij, waaronder schrijver Bill Mensema, muzikant Bert Hadders en ex-wethouder van Groningen, Jaap Dijkstra. Wij noemen ons De zwarte mannen. Zoals Fausto Coppi zijn Witte Dame had, zo heeft SC Veendam De zwarte mannen. Jongens van het land, de leegte. Die gewend zijn aan fietsen met tegenwind. Wat wij willen is dat SC Veendam de cultclub is die het verdient te zijn. Dat zeggen we steeds. Veendam moet St. Pauli zijn. Of Union Berlin. Een volksclub. Maar dat is niet het hele verhaal. Wat wij eigenlijk willen is weer jongetjes zijn. Op de familietribune.
Wij hebben geen geld. Wij kunnen alleen een beetje op de trom slaan. Dat doen we op www.dezwartemannen.blogspot.com. Tot onze eigen verbazing slaat dat aan. Tot in Maastricht. Waarom?
Omdat het gewoon leuk is. Het is stoer om te zeggen: ja, wij zijn voor Veendam. De Veenkoloniën, dat zijn wij. De titel van mijn laatste boek is De lange leegte. Omdat heel Nederland die term kent. Een verslaggever van De Avonden (Vpro) kwam voor een interview naar Groningen. Hij zei: waar gaan we heen? Ik zei: geen idee. Hij zei: ik vond je het emotioneelst in het verhaal over Veendam. Ik zei: dan gaan we naar De Langeleegte. We reden over de Kielsterachterweg. Hij vond het mooi. Ik wees in de verte. Hij knikte. We waren in het stadion. Hij vond het geweldig.
Ik was trots. Blij dat ik een keuze had gemaakt.
Het is een late keuze. Te laat, misschien. De zoektocht naar de verloren tijd lijkt te stranden. Henk Eising, directeur SC Veendam, luidt de alarmbel, want ondanks ‘een bescheiden winstje in het boekjaar 2010-2011' ligt er voor komend seizoen een ‘serieus begrotingstekort'. Veel te groot om te kunnen starten, in augustus.
Eising vraagt steun van bedrijven en particulieren. Ik ben een romanticus zonder geld. Ik hoop op een romanticus met geld. Als ik straks met mijn zoons over de Kielsterachterweg naar het voetballen rij, wil ik kunnen afslaan richting De Langeleegte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten