Als specialist in de woestijngodsdiensten heeft het nummer 'What's So Funny
'bout Peace, Love and Understanding' immer tot de verbeelding gesproken. Het
beeld van een man in een roze pak in de stromende regen op een podium in Geleen
(Pinkpop) die deze woorden vlammend uitspuugt zal altijd een momentum in de
l'histoire du rock blijven. Elvis Costello is een held. Zwarte man Cutileiro
doet muzikaal iconigrafisch veldwerk naar de zin, inhoud en betekenis van zijn werk.
Toch is het raar…
Elvis Costello is voor mij altijd een belangrijke artiest geweest.
Als 18-jarige kocht ik de elpee ‘My Aim Is True’.
Zonder de progrock, de punk, David Bowie, Roxy Music of de andere
glamrockers, Dylan of de andere singer-songwriters van de seventies te willen
afvallen, voelde ik op het eerste gehoor: zo kan het ook! Korte, bondige
liedjes met heldere melodieën die terugvoerden naar mijn lagere schooltijd,
toen ik met een oor tegen de transistorradio ’s avonds laat lag te luisteren
naar The Beatles, de Kinks en de Rolling Stones. Liedjes met drive, die in
minder dan drie minuten een punt maakten.
Ik was fan en de twee elpees die Costello na zijn debuut afleverde behoren
wat mij betreft tot de canon van de popmuziek: ‘This Year’s Model’ en ‘Armed
Forces’.
Wat heb ik aan het eind van de jaren zeventig gezwijmeld bij ‘Allison’,
geswingd op ‘Watching The Detectives’ en wat kon je lekker pogo’en op ‘Oliver’s
Army’.
Urgente muziek.
Muziek die schreeuwde: luister naar mij!
Muziek die het tijdsbeeld vatte, ook persoonlijk. Als ik ‘Accidents Will
Happen’ hoor, denk ik nog steeds aan de metershoge sneeuwhopen van de winter
van ’79 waar ik doorheen liep met de papieren tas van platenhandel Hemmes in
mijn handen geklemd waar ‘Armed Forces’ in zat.
En die Declan Patrick McManus – zo heet ie in het echt – bleef maar
goeie platen maken. Denk bijvoorbeeld aan de bezeten liefdesballade ‘I Want
You’. Hij wees me bovendien wegen die ik nog niet bewandelde. Soul
bijvoorbeeld. De elpee ‘Get Happy!!’, gestoken in een wonderschone hoes van
Barney Bubbles, was een lange ode aan de R&B en soulklanken van het Stax
label. De poster – eveneens van Barney Bubbles – die bij de plaat in zat heeft
de hele jaren tachtig in mijn kamer gehangen, boven de gaskachel.
Of countrymuziek: zonder ‘Almost Blue’ was Hank Williams pas veel later
mijn leven binnengestapt.
Tot op de dag van vandaag maakt Elvis Costello prima albums.
Maar toch, maar toch…
Zijn mooiste nummer vind ik – vreemd genoeg – een single die hij niet eens
onder eigen naam uitbracht. Costello had kennelijk weinig vertrouwen in ‘Pills
And Soap’ en slingerde het de wereld in onder pseudoniem: The Imposter. Een
singletje in low-budget verpakking – blanco hoesje, alleen het grote gat in het
midden onthulde de titel, die op het label te lezen was.
‘Pills And Soap’, dat verscheen rond de Britse parlementsverkiezingen van
1983, was een grandioze sneer naar alles wat Margaret Thatcher in haar eerste
vijf jaar als premier teweeg had gebracht:
“The King is in the counting house
Some folks have all the luck”
Ook haalt The Imposter uit naar het sensatiejournaille dat, in plaats van
Thatcher kritisch te volgen, goedkoop ging wroeten in steeds stinkender riolen:
“With a microphone in one hand and a chequebook in the other
And the camera noses in to the tears on her face”
Helaas hebben die woorden niets aan actualiteit ingeboet. In onze tijden
van onbeschaamd effectbejag door Pow-News, de infantiliteit van het
NOS-Journaal waar Jip en Janneke zich volkomen terecht voor zouden schamen, een
programma als DWDD waarin materiële welstand wordt aangemerkt als positieve
karaktereigenschap, terwijl kwaadsprekers via sociale media binnen 24 uur een
carrière kunnen breken… om nog te zwijgen van de steeds grotere verwijdering
tussen arm en rijk in de wereld; ‘Pills And Soap’ komt nog steeds hard aan.
De muziek is kaal en spaarzaam.
Uitgekleed tot op het bot.
Delen van de tekst zijn Dylan-eske associaties die ik niet kan duiden.
Dondert niks.
Go with the flow.
Ik wist dat het singletje een bescheiden hitnotering had behaald, maar pas
onlangs zag ik voor het eerst The Imposter playback optreden in het Britse
tv-programma Top of the Pops. Het is een bizar filmpje. Hij staat wat
ongemakkelijk met een hand in de zak en zonder gitaar. Zijn trouwe pianist
speelt de voor dit nummer karakteristieke loopjes en op de achtergrond zien we
zowaar gogo-meisjes zich uitsloven in danskooien, met wat handclaps als enig
ritmisch houvast want meer percussie zit er niet in de track. Hierna zouden ze
mogen dansen op Duran Duran, Heaven 17 of ABC, na afloop werden ze
waarschijnlijk ook nog onzedelijk betast door ‘gastheer’ Jimmy Saville.
Het is een unheimisch decor voor een van de beste plaatjes ooit gemaakt,
dat klinkt alsof het binnen enkele uren in elkaar is gezet op een zolderkamer.
Maar met overweldigend resultaat.
“Give me the needle, give me the rope
We’re going to melt them down for pills and soap”
© José Cutileiro
N.b.: ‘Pills And Soap’ verscheen later in hetzelfde
jaar ook op de reguliere Elvis Costello-lp ‘Punch The Clock’. Maar dit betreft
een inferieure remake. Het geluid is veel meer gepolijst, de rauwe randjes weggemoffeld.
Jammer. Trap er niet in. Zoek naar het originele 7”-vinyl!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten