‘Het is nu 1-1’, zegt Oscar.
‘Echt waar, joh?’
Terwijl
de pas na de pauze gearriveerde Zwarte Man Van der Veen zich door het jonge knaapje
met de grote ogen laat bijpraten over het scoreverloop tussen SC Veendam en
Excelsior moeten wij – onze jongens in het geelzwart op het veld, en op de
tribune achter het doel onszelf in het zwart en de Veendam Fanatics in een allegaartje aan kleuren – even bijkomen van
de goal die de Rotterdamse gasten in De Lange Leegte net scoorden. Hoe is het
mogelijk? We wrijven nog eens in de ogen. Niettemin klinkt het wel degelijk
over de stadionsprekers dat het nu 1-1 is.
‘Godverdikkie!’ horen we moeke Alberts op de
familietribune verderop hardvochtig schelden.
Zo
is het ook. Wat hebben we hier nou aan? Want Veendam startte de eerste helft
met een ijzersterk offensief, culminerend in een knaller waarmee de thuisploeg al
snel op een 1-0 voorsprong kwam.
‘Die
werd gemaakt door Tom Overtoom’, vertelt de kleine Oscar aan Zwarte Man Van der
Veen.
‘O ja, joh?’
Gedurende
de eerste helft zochten de Rotterdammers naarstig naar een gelijkmaker.
Tevergeefs, want van achteren zat het potdicht bij SC Veendam.
‘Bij de les blijven Veendam!’ schreeuwde moeke
Alberts vanaf de tribune.
Goed
bedoeld advies, maar het was niet echt nodig. De Veendammer defensie smoorde elke
aanval van Excelsior. En aan de linkerzijde was daar ook nog eens Angelo Cijntje
die niet alleen strak verdedigde maar ook geregeld als een pitbull de bal aan
de tegenstanders wist te ontfutselen.
‘Grauw’, imiteerde Zwarte Man Fousert de voetballer en
leek daarbij verrassend veel op een buldog.
‘Grom’, imiteerde Zwarte Man Mensema de voetballer en
leek daarbij onthutsend veel op een Mopsneus.
‘Grappig’, mopperde Zwarte Man Klein Goldewijk niet
zonder ironie, ‘maar ik kan er verdomme amper iets van zien.’
Ja,
dat is ook wat. Na het eerste doelpunt stormden wij naar het veldhek om SC
Veendam toe te juichen. We schreeuwden om Veendam. We schreeuwden om meer. En
toen schreeuwde Zwarte Man Klein Goldewijk het uit van de pijn, aangezien hij
de punt van de stok waarmee de kleine Oscar een grote, gele Veendam vlag zwaaide
in het oog kreeg.
Volgens
de anderen valt de blauwe bult bij zijn oog mee, maar Zwarte Man Klein
Goldewijk vreest voor de rest van zijn leven stekeblind te zijn. Dan is het
toch bijzonder dat juist hij opmerkt dat Mighty Mitch – ondanks die verduvelde gelijkmaker van daarnet –
een puike pot speelt. Breed als Mitch Apau van zichzelf al is rent de
Veendammer verdediger gewoonlijk ook nog eens met gerechte schouders, terwijl
vuurvonken van zijn schoenen afspatten. Als zo’n razendsnelle kleerkast op je
af komt stormen, dan ga je vanzelf wel aan de kant.
Zoals
gezegd had SC Veendam gedurende de eerste helft de boel van achteren goed op
slot, ook al moest keeper Theo Timmermans tweemaal een snoekduik maken om erger
te voorkomen. Wat op zich bewonderenswaardig was, want in de 20e
minuut liep een speler met zo’n enorme knal tegen hem op dat de twee daarna
voor een paar minuten knock-out naast elkaar op het veld lagen.
‘Dat ging echt van boem’, zegt de kleine Oscar tegen
Zwarte Man Van der Veen.
‘O ja, joh?’
Even
vreesden we het ergste, maar Timmermans speelde gewoon door en maakte de ene
fenomenale snoekduik na de andere.
Toch
is het goed mis, zo blijkt later. Timmermans wordt in de pauze vervangen door
Jordan Santiago, een sympathieke Canadees die echter binnen tien minuten
speeltijd in de 2e helft al gepasseerd is. En zo wordt het dan 1-1.
‘Godverdicky’, schreeuwt moeke Alberts verderop, ‘keep yourself toch bij de les, you
stupid boy!’
Dan
gebeurt het.
Terwijl
onze jongens zich nog groeperen ruikt Excelsior bloed. De Rotterdammers zetten
nog eens aan. Er volgt een aanval. De bal valt in ons zestienmetergebied. De Rotterdammers
proberen ‘m in het doel te schieten. De Veendammers werpen zich als
Kamikazepiloten voor elk schot. Even trappen ze de bal weg, maar daar is ie
weer.
Het
is nu heel erg warrig voor het Veendammer doel. Een enorme kluts. Iedereen
trekt aan elkaar. In alle consternatie valt Mitch om. Doelman Santiago probeert
in te grijpen door de bal weg te slaan.
Maar
hij mist.
Wij
houden allemaal ons hart vast. Is niet nodig. Iemand trapt de bal weer naar
voren.
O
shit, een Rotterdammer schiet hem weer terug. De bal komt nu voor de voeten van
een Excelsior aanvaller. Die bedenkt zich niet en geeft de bal een knal.
Niets
kan ons nu nog redden.
Niets
om de bal tegen te houden.
Niets
behalve Mitch die daar nog op de doellijn ligt. Hij ziet de bal komen. Ziet hoe
de bal ongenaakbaar richting het Veendammer doel vliegt. Maar hij kan er niet
met zijn voeten bij, alleen met zijn hand. Wat nu?
De
tijd staat ineens stil.
De
kleine Oscar kijkt met grote ogen toe. Net als wij Zwarte Mannen. Zelfs Zwarte
Man Klein Goldewijk die vanwege zijn minieme oogblessure nu al een uur lang jammert
dat hij nooit meer Stevie Wonder live zal kunnen zien optreden.
De
Veendam Fanatics verstommen.
Moeke
Alberts kan geen woord meer uitbrengen.
Excelsior
spelers tellen nu alvast gretig de tweede goal.
SC
Veendam spelers zien huiveringwekkend toe hoe de 1-2 zo meteen zal vallen.
De
bal is op koers.
De
bal zal linksonder in het net verdwijnen.
Niets
kan de bal meer stoppen.
Niets.
Behalve
Mitch.
In
dit ene korte moment in de tijd dat alles stilstaat zien we onze reus denken.
Wat te doen? Zal ik de bal laten gaan, in de wetenschap dat Veendam dan straks
minimaal nog een doelpunt zal moeten maken om er een gelijkspel uit te halen? En
zal dat dan genoeg zijn? Hoe vaak is het immers niet gebeurd dat we in
thuiswedstrijden op het laatst toch nog een nekslag te verduren kregen? Hebben
we nu niet alles nodig om het tij ten goede te keren? Ook al betekent het een
handsbal en zal ik daarvoor van de scheidsrechter onvermijdelijk een rode kaart
krijgen.
Ben
ik een man of ben ik een muis?
Wij
denken met Mitch mee, wij doen net zo goed het rekenwerk. Wij denken dat het
beter is om slim te zijn. Wij denken dat het beter is om deze onvermijdelijke
goal te accepteren.
Maar
wij staan dan ook niet op het veld. Wij liggen niet op de doellijn. Wij kunnen
niets doen.
Alleen
Mitch.
Alleen
Mitch kan het doen.
Ineens
gaat de tijd weer verder. De bal vliegt op het Veendammer doel af en Mitch –
geweldenaar die hij is – bedenkt zich niet langer. Vlak voordat de bal doel zal
treffen stompt Mitch de bal met zijn hand weg.
Wat
volgt is logisch: Mitch wordt van het veld afgestuurd, Veendam moet verder met
tien man en Excelsior scoort een – eerlijk is eerlijk – voortreffelijk genomen
penalty.
Het
is 1-2. SC Veendam staat op achterstand.
Maar
er volgt nog meer wat niemand verwacht. Wat de precieze reden is kunnen zelfs
wij Zwarte Mannen niet bevroeden. Is het, zoals Zwarte Man Fousert op Twitter ontdekt,
dat doelman Timmermans de eerste helft heeft uitgespeeld met een zware
hersenschudding en een gebroken ellepijp? Is het omdat Cijntje de knop omdraait
en iedereen aanjaagt? Of is het omdat de actie van Mitch niet lichtzinnig maar
juist inspirerend blijkt? Misschien is het een combinatie van alle drie
factoren, maar hoe dan ook, onze jongens krijgen ineens vleugels – net zoals
tegen De Graafschap een aantal weken geleden – en laten zien uit welk hout ze
nu werkelijk gesneden zijn. ‘Zijn wij mannen of zijn wij muizen?’ Vanaf dan is
het de ene na de andere aanval op het Rotterdammer doel, wat al snel resulteert
in een gelijkmaker van de schoen van SC Veendam spits Jonathan Opoku.
‘Pak
ze!’ juicht moeke Alberts verderop.
Zwarte
Man Klein Goldewijk – op veilige afstand van de gele vlag die de kleine Oscar
uitgelaten zwaait op de tribune – moet zelfs een paar tranen van geluk
wegpinken.
‘Zo
mooi zie je ze niet vaak’, zucht hij.
Het
wordt zelfs 3-2, als Lars Hutten een penalty erin schiet. En dan is het
natuurlijk billenknijpen tot het einde, want Excelsior is er alles aan gelegen
er op z’n minst nog een gelijkspel uit te halen. Maar het mag niet baten. Net
als in de eerste helft gaat de Veendammer verdediging weer op slot.
En
als het echt niet anders kan, dan wordt de bal gewoon ver weg geschopt. Zo ook
als doelman Santiago de bal een snoeiharde trap geeft, net als de
scheidsrechter het eindsignaal fluit. We zien de bal omhoog vliegen, steeds
hoger en hoger, de avondzwarte hemel in, waar ie ter hoogte van de veldlampen
van De Lange Leegte plotseling stil blijft hangen.
‘Dit
is de mooiste wedstrijd die ik hier ooit gezien heb’, glundert de kleine Oscar
terwijl hij trots met zijn gele vlag zwaait.
‘Ja
joh’, zegt Zwarte Man Van der Veen, ‘dat heb ik nou ook.’
Pas
als de veldlampen een halfuur later uitgaan stuitert de bal – net als wij –
weer terug op de aarde.
©
Bill Mensema
Geen opmerkingen:
Een reactie posten