woensdag 12 december 2012

Literatuur over Roda

Had Plato het niet over de zintuigelijke en verstandelijke wereld. In de laatste ben je in staat dingen te beredeneren en te bedenken. Zwarte man Sandman zegt verstandige, verstandelijke dingen over de schrijver Dautzenberg opdat wij lezers het met onze zintuigen kunnen waarnemen.



Het is goed dat er eindelijk literatuur over Roda is, verwelkomde Arnon Grunberg de roman ‘Extra tijd’ van A.H.J. Dautzenberg. De zin stond op de papieren band om het boek. De uitgave viel mij om nog een reden op: een zwarte man op de omslag.
Op een vrije trapafstand (mits door Ronald Koeman genomen) van het Feijenoord-stadion, tijdens de literaire avond Boek Nu! in de wijk Katendrecht, kocht ik het, ook om eens iets anders te lezen dan Gijp, Kraaij, of Genee.
A.H.J. Dautzenberg is een bijzondere schrijver, een bijzondere kerel. Niet alleen omdat hij zomaar een nier doneerde aan een wildvreemde en omdat hij lid werd van pedofielenvereniging MARTIJN, louter uit protest tegen de heksenjacht, maar vooral vanwege het weergaloze interview in de Vpro-gids met Lemmy Kilmister, die als monetair deskundige werd geïntroduceerd.
Ik wist niet dat hij monetair specialist was, bijna niemand, maar Dautzenberg legde uit dat Kilmister in de beginjaren van Motörhead bedrogen was door allerlei types die de revenuen van albums en concerten ins blaue hinein lieten verdwijnen. Daarop besloot de frontman de financiën in eigen hand te nemen en hij ontpopte zich gaandeweg als monetair specialist. In die hoedanigheid liet Lemmy (uiteraard wel met het nodige gevloek en getier) zijn licht schijnen op de actuele wereldwijde crisis.
Wat Lemmy zei snee hout, het klonk allemaal vrij logisch, maar helaas bleek het interview volledig uit de duim gezogen. Om waarom de Vpro-gids een rectificatie moest plaatsen. Niet tot mijn hilariteit, want ik geloofde het ook, al ben ik een beetje een naïeve man.
De zwarte man op de omslag van ‘Extra tijd’ staat daar niet zomaar. De roman gaat over de moeizame relatie tussen twee zoons en hun stervende vader. Hij ziet zijn einde naderen in de periode dat zijn favoriete club, Roda JC, vecht voor levensbehoud in de eredivisie. Dautzenberg schetst de verhoudingen binnen een arbeidersfamilie en wat intrigeert zijn de dingen die niet uitgesproken worden. De mensen zeggen meer niet dan wel tegen elkaar. En juist daarom ziet de verteller, Marcel Meulenberg, in die laatste maanden, weken, dagen, uren, seconden van zijn vader een of meerdere zwarte mannen opduiken. Ze komen uit de schemerzone. Ze willen hem iets duidelijk maken en ze dagen hem uit om het ongezegde te zeggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten