Zo nu en dan wil je als mens weten waar je staat. Was gezang 172 uit het 'Liedboek der Kerken' niet eenduidig genoeg? Zwarte man Bill doet er als vanouds op de woensdag een schepje bovenop. 'Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd, is leven van genade buiten de eeuwigheid'. Over regels en wetten gesproken.
Zwarte
Mannen zijn er in alle soorten en maten. Wat dat betreft zijn we net gewone mensen.
Maar anders dan de meeste mensen zijn wij supporters van SC Veendam en hunkeren
wij zelfs op bitterkoude dagen naar De Lange Leegte.
Wat
ons verder verbindt is een sterke voorkeur voor droge worst.
Over
worst gesproken: sinds ik Zwarte Man ben hoor ik van diverse bedgenoten dat de
Kleine Bill – Willempie – in grootte (en daadkracht) lijkt te zijn toegenomen.
Inschikkelijk knik ik dan, maar ik geloof het niet. Weliswaar is het een
hardnekkig gerucht dat zwarte mannen groot geschapen zouden zijn, maar zwarte
vrienden vertellen me dat ze wat dat betreft net gewone mensen zijn: ook zij
hebben ze in alle soorten en maten. Eentje heeft een lul waarmee hij kan honkballen
en een ander gaat elke maandagavond naar de APP, de Anonieme Pinkeltjes
Praatgroep.
Afijn,
de Zwarte Mannen, dat betekent SC Veendam en droge worst. Maar het betekent ook
de wet. Wij Zwarte Mannen zouden nergens zijn als wij ons niet trouw aan de wet
zouden houden. De wet is er om na al het onderlinge geharrewar en gekissebis dat
ons mensen zo vertrouwd is uiteindelijk een grens te stellen. Dit kan wel en
dat kan niet.
Moord
en doodslag kan bijvoorbeeld niet. Elkaar daarentegen een kusje geven, dat kan
– mits met wederzijdse toestemming – weer wel. Zoals die Spaanse voetballer die
een paar jaar geleden na een goal zijn teamgenoot liefdevol even in het kruis
kuste. In eerste instantie denk je als perplexe televisiekijker: ja, hé, wat
gaan we nou krijgen? Aan de andere kant is het ook wel weer schattig. Moeten we
daar een wet om schrijven? Nee, laten wij dat in godsnaam niet doen. Sommige
dingen moeten gewoon gebeuren.
Daar
staat wel tegenover dat er ook zaken zijn die absoluut niet moeten gebeuren. Zoals
de smadelijke nederlaag van SC Veendam in de thuiswedstrijd tegen Fortuna
Sittard een paar weken geleden. Dat was jammer. Er zou echt een wet moeten komen
die zoiets verbiedt, in elk geval in de thuiswedstrijden van SC Veendam.
We
kunnen u melden dat wij Zwarte Mannen momenteel zwaar lobbyen in politiek Den
Haag om zulks zo snel mogelijk op de agenda te krijgen. Met politici is dat
niet gemakkelijk, want anders dan Zwarte Mannen zijn de meeste
volksvertegenwoordigers met geen enkele droge worst tot andere gedachten te
verleiden. Wij moeten er thans alles voor uit huis halen – en dan bedoelen wij
werkelijk alles – om met name de nieuwe staatssecretaris die verantwoordelijk
is voor sportzaken (u weet wel wie) van de goede zaak te overtuigen.
Maar
zoals het gaat, zal dat nog lang duren. Het is wat dat betreft net zo’n
stroperige aangelegenheid als het steeds weer vastlopende verkeer in Groningen
rond een uur of vijf in de middag.
Gewoonlijk
wordt het dagelijkse fileleed verklaard uit het feit dat de meeste mensen – en
ook tal van Zwarte Mannen – rond die tijd massaal huiswaarts keren na een lange
dag van noeste arbeid. Dat is natuurlijk ook zo, maar als professionele
chauffeur wijs ik als extra oorzaak de jongeren aan. Meer precies (wij Zwarte
Mannen zijn zeer precies): jongeren die het zebrapad oversteken. Nog preciezer:
jongeren die PLOTSELING het zebrapad oversteken.
Nou
hebben wij Zwarte Mannen het sowieso niet echt op zebrapaden. Dan is het wit,
dan is het zwart, dan is het weer wit, en zo verder. Wat is dat voor zwabberend
gedrag? Daar moeten wij als voorstanders van een volledig zwart zebrapad niets
van hebben.
Maar
goed, de jongeren in de stad zijn het gewoon zomaar vanuit een steeg ineens de
straat op te stormen en het zebrapad over te steken. Als nietsvermoedende automobilist
moet ik dan echt met de hakken in het asfalt om een aanrijding te voorkomen. Tot
nu toe gaat het steeds net goed.
Maar
onderhand begint dit gedoe mij eerlijk gezegd de keel uit te hangen. Met name
de stuitende arrogantie die van de gezichten van de jongeren afdruipt als ze weer
eens onverwacht het zebrapad opschieten. Zo’n blik van ‘Wie doet mij wat, want
ik heb immers de wet aan mijn zijde’.
Ziehier
de frictie die wij Zwarte Mannen ervaren op het snijvlak van wat wetteloos is en
wat niet. Want hoezeer wij de noodzaak van wetten ook onderschrijven, niets is meer
ergerniswekkend dan jongeren en andere domoren die met zo’n wet aan de haal
gaan.
Zoals:
Je MOET mij voorrang geven, want IK loop nu op het
zebrapad!
Of:
Ik rij hier exact 60 kilometer per uur, want harder
MAG ik NIET. En jullie automobilisten achter mij dus ook NIET!
Of:
Ook al fiets ik sms-end op mijn mobieltje door de
stad, MOETEN jullie automobilisten mij ALTIJD voorrang geven, want zo luidt de
wet!
Natuurlijk,
het is de wet. In principe zijn we ervoor. Het is nu eenmaal de lijn die
getrokken moet worden tussen wat wel kan en wat niet.
Maar
het is ook fijn zo nu en dan even de wet links te laten liggen, zo nu en dan
harder te rijden dan de toegestane maximale snelheid op een stuk waar geen
flitsers staan, en – ook al is het eenmalig – eens lekker extra gas te geven
als weer zo’n jongere pardoes voor je auto het zebrapad op stiefelt.
Mocht
het trouwens een speler van SC Veendam zijn in plaats van een reguliere jongere,
dan geldt dit vanzelfsprekend niet. Spelers van SC Veendam hebben te allen
tijde voorrang.
Als
dat nu ook nog eens op het voetbalveld zo zou zijn, dan hebben wij Zwarte
Mannen onze missie bereikt. Maar tot dan zullen wij ons aan de wet houden, ook
al hopen wij van harte dat men ons sommige bloedige acties de komende week door
de vingers wil zien.
©
Bill Mensema
Geen opmerkingen:
Een reactie posten