dinsdag 19 juni 2012

Thomas Kretschmer

Muziek uit de Heimat is voor een aantal zwarte mannen een zeer serieuze optie. Tocotronic is een favoriete (Duitse) band van zwarte man Fousert. Zwarte man Bill doet een confessie. Zijn liefde voor de Duitse gitarist Thomas Kretschmer wil hij graag met ons delen. Woont de liefde in de Heimat?

Het leven van De Zwarte Man staat niet alleen in dienst van het algemeen nut en dat van SC Veendam in het bijzonder, maar behelst ook de onomwonden bewondering voor andere Zwarte Mannen. In het kader hiervan hebben wij op dit platform al gesproken over Johnny Cash en Jeff Tweedy, waarvan de laatste als naam op zich niet zoveel voorstelt, maar dit dan wel weer in flagranto doet als zanger van de Amerikaanse band Wilco.
De neiging om in dit rijtje ook iets te zeggen over collega Zwarte Man Bert Hadders is groot, maar dat komt later wel, als ik zal vertellen hoe Bert in 1982 de Frans-Duitse verhoudingen opnieuw op scherp zette tijdens het oversteken van de Rijnbrug bij Straatsburg.

(Ik zeg maar één ding: de enige die ons uit de huidige Schlamazzel van de Eurocrisis kan verlossen is Bert.)

Een andere Zwarte Man om vandaag enige woorden aan te wijden is Thomas Kretschmer, halverwege de jaren zeventig de slaggitarist van Udo Lindenberg und das Panikorchester.
Udo was in die dagen al een onbetwiste muzikale rockgod  in Duitsland, die de ene na de andere prachtsong uit zijn opgespelde mouw wist te schudden, zoals “Schneewittchen”, “Der Sizilianischer Wehrwolf”, “Satelite City Fighter”, “Alles ist geil in Bielefeld”, “Meine erste groβe Liebe” en “Sie spielte Cello”.

(Hij schreef trouwens ook ongelofelijk veel kut songs maar dit terzijde.)

Zijn grootste verdienste was dat Udo zijn liedteksten vol spitsvondigheden, felle maatschappijkritiek of gewoon ouderwetse Liebeskümmer  in het Duits zong, in de taal van de straat, in de taal van de jongeren. Dat was nog eens wat anders dan die flauwe Schlagers van Heino, Rex Dildo en Freddy Breck. Smeuïge rock in die Muttersprache was het wat Udo en de zijnen brachten, ook al hield die Mutti zelf natuurlijk wel weer van Heino, Rex Dildo, Roy Black (een blanke), Roberto Bianco (een zwarte man, maar dan een echte) of Freddy Breck.
Live op het podium voerde Udo in zijn Panikorchester een stelletje ongeregeld aan, variërend van een beestachtige drummer van het type Oliver Kahn, razende dwergen van wie je bang werd, in veel te krappe leotards gestoken showworstelaars, een dikke operazangeres, Gogo danseressen, dronken dubbelgangers van de diverse partijsecretarissen van het Politbureau van de Sovjet-Unie en op conga niemand minder dan onze eigen Neppie Noya, die destijds al – net als Arjen Robben en Klaas-Jan Huntelaar heden ten dage – zijn fortuin zocht in het land van onze oosterburen.

In 1979 was ik nog een Zwarte Jongeman en ik had het geluk optredens van het orkest zowel in Münster als in München te kunnen bijwonen.
Zoals verwacht gebeurde er van alles op het podium, maar de enige naar wie ik vol bewondering keek was Thomas Kretschmer, de kettingrokende slaggitarist van de band die helemaal links – voor de kijkers dan – op het podium in de gigantische, totaal uitverkochte evenementhallen stond. Hij zag eruit als een mollige paling in strak leer verpakt, maar dan eentje met een ferme bos zwarte krullen. Zijn haar was te lang om punks aan te spreken, maar te kort om hem een hippie te noemen. Het kringelde gewoon omhoog.
Thomas Kretschmer speelde alleen maar slag in de band. De solo’s liet hij graag aan een andere klojo over. De slag niet. En in die slag hoorde je steeds weer zijn typisch strakke Krautrock akkoorden die samen met de stevige motor van bas en drum het onderhavige nummer pas echt de geile body gaven.
Ik wil niet zeggen dat ik geil werd van deze in glimmend zwart leer gestoken gitarist, maar opgewonden raakte ik wel. Hoe die kerel daar zo achteloos stond te spelen, hoe die kerel schijt aan alles om zich heen leek te hebben, hoe die kerel zonder een aanslag op zijn gitaar te missen de ene peuk met de andere aanstak, hoe die kerel op dat moment al Slash van Guns ’n Roses was, terwijl Slash zelf nog een schattig jochie was, dat op de lagere school eerst braaf zijn vingertje opstak als hij iets aan de meester wilde vragen.

Zo herinner ik mij Slash zelf trouwens ook, want in 1975 heb ik in zijn klas van de Primary School in Hampstead in Londen nog eens het sprookje van Roodkapje voorgelezen. Hoe dat nou weer zo kwam is een totaal ander verhaal, maar ik was ook toen al een olijkerd van jewelste en noemde Roodkapje in het sprookje Axl Rosekapje. Slash – toen nog gewoon Saul – vroeg me nadien of het niet Roodkapje moest zijn in plaats van Axl Rosekapje. Waarop ik de kleine guit een kneep in de wang gaf en hem het volgende legendarische advies gaf: “Laat je haar groeien, leer gitaarspelen als de beste en begin een fenomenale rockband in Los Angeles.”

Thomas Kretschmer deed bij de live optredens van Udo Lindenberg und das Panikorchester maar drie dingen op het podium: hij speelde slaggitaar, hij rookte als een ketter en hij stond er ongelofelijk cool te wezen.
Hoe het hem verder vergaan is in zijn opmerkelijk bestaan staat uitgebreid beschreven in mijn schelmenroman “Captain Liefie” (Uitgeverij Passage 2011), maar om u nu alvast een voorproefje te geven van zijn kunnen zocht ik een YouTube clipje van de band op uit die tijd.
Er is best veel te vinden want Udo was toen al waanzinnig groot in Duitsland. Nog steeds trouwens, want als hij nu iets uitbrengt is het direct dezelfde dag al een multi-platinum album. Ik had werkelijk van alles kunnen kiezen. Zinderende opnames van de toenmalige live shows, een clip van het nummer “Bodo Ballermann”, wat met zijn voetbalthema natuurlijk geknipt zou zijn voor een blog als deze, of een van de vijf op het net beschikbare versies van het nummer “Schneewittchen”, over een heroïneverslaafd meisje, voor mij persoonlijk nog altijd een van de allerbeste rocksongs in welke taal dan ook uit de jaren zeventig.
In al deze clips gedraagt Thomas Kretschmer zich zoals het de ware rockgitarist betaamt: achteloos, rokend, cool. Schijt aan alles, maar nooit aan het geluid dat hij uit zijn instrument weet te toveren.

Dat had ik gemakkelijk kunnen doen.

Maar ik heb daar uiteindelijk niet voor gekozen. Want op YouTube is ook het bijgesloten clipje te vinden van het Panikorchester, tijdens een opname voor een of andere muziekprogramma op de Duitse tv in 1977. “Riki Masorati” heet het nummer dat ze spelen.
Tekstueel is het nummer gebaseerd op de in die dagen populaire coureur Nicky Lauda, wiens raceauto over de kop sloeg en in brand vloog. Lauda overleefde de vlammenzee ternauwernood, maar liep er wel verschrikkelijke brandwonden bij op. Als je hem daarna op tv zag, met zijn gehavend gezicht, zijn verschroeide haren en zijn afgebrande oor, dan kon je niet anders dan snel je hoofd afwenden.
Udo schreef er een nummer over, zijn stem sterk in de mix naar voren gehaald, maar daaronder ouderwets lekkere rock.
De tv-opname is zo fake als de hel. Allemaal playback. Udo steeds in beeld. Deed toen al zijn ding, zoals hij het ook daarna altijd is blijven doen. Beetje show, beetje geil, beetje naar voren en dan weer naar achteren, beetje alsof hij totaal bezopen is en dan weer niet. Allemaal prima de luxe, want zo is Udo nu eenmaal. Hij is onlangs 66 geworden en ik hoop dat hij nog lang zijn ding mag blijven doen.
Het mooiste in de “Riki Masorati” clip vind ik echter de band. Drummer op de achtergrond, de bassist – Steffi Stefan met foute snor en foute laarzen – in het midden en de twee gitaristen aan weerszijden. Een veel te klein podium in de tv studio, maar ze willen wel allemaal in beeld.
Thomas Kretschmer is een van de twee gitaristen, op dat moment al helemaal in het zwart, meer krullen dan twee jaar later als ik hem voor het eerst zal zien, nog een stuk smaller in het gezicht. Hij is in de clip ook nog niet zo mega cool als hij in Münster of München in 1979 zal zijn.
Maar als je hem in deze clip zo ziet klooien met zijn gitaar, dan weet je één ding zeker: de rebel is al geboren.


© Bill Mensema

1 opmerking:

  1. Fenomenaal verhaal weer Bill, maar als ik die Kretschmer zie.... sorry hoor, het lijkt wel een wijf.

    Herman

    BeantwoordenVerwijderen