666 staat er in
Gotisch schrift getatoeëerd op de rechterschouder van de jongen voor me in de
supermarkt. 666. Het teken van het Beest. Het nummer van de duivel.
- Ik heb het eens
gebeld.
- Met de duivel,
klonk het aan de andere kant van de verbinding.
- Kan ik een
pizza bestellen? vroeg ik.
- Nee, natuurlijk
niet.
- Ook geen Quatro
Formaggi?
- Helemaal niets!
- Laat maar
zitten dan.
Ik verbrak de
verbinding. Ik had zonder nummerherkenning gebeld. Scheelt. De duivel belde me niet
terug.
666. Het teken van
het Beest. Zo staat het in de Openbaring van Johannes geschreven, zo wordt het
in de film ‘The Omen’ verbeeld. Het nummer van de Antichrist, bijgestaan door
de Valse Profeet, ingefluisterd door Satan. 666.
Han wou ook een keer
bellen.
- Maar doe dat
dan wel zonder nummerherkenning.
- Is goed.
Han bellen.
- Met de duivel,
klonk het in de hoorn.
- Spreek ik met
Zuivel? vroeg Han.
- Nee, met de
duivel.
- Niet met
Zuivel?
- Ik heb nog
nooit van iemand gehoord die Zuivel heet.
- Toch bel ik
die, zei Han.
- Nou ja, ik ben
het niet. Ik ben de duivel.
- U moet ik niet
hebben.
- Had ik al
begrepen.
- Excuses voor de
overlast, zei Han.
- No worries, zei
de duivel.
666. De jongeman
voor mij in de supermarkt die dit teken op zijn schouder draagt is waarschijnlijk
net de 20 gepasseerd, maar feitelijk nog een snotjoch. De laatste puberpuisten
zijn nog steeds niet uit zijn gezicht verdwenen. En dan toch zo’n stoere tatoeage
dragen.
Hij is mooi de lul
straks, want tijdens het Laatste Oordeel gaat God – of Petrus – eerst bij
iedereen checken of er een teken van het Beest te zien is op het lijf. Zo ja,
dan ga je dus direct de poel van zwavelvuur in.
Is bekend.
En dan ook nog eens
voor de eeuwigheid.
Duurt lang.
We belden nog een keer.
- De duivel hier.
- De duivel hier.
- Met de
Nationale Energie Maatschappij, zei Han, u spreekt met Bill Mensema.
Ik kneep die kloothommel van een Han direct in zijn zij, maar hij ging
onverstoorbaar verder.
- Uit onze
gegevens blijkt dat u uw gas nu nog betrekt bij Enexis.
- Dat is
inderdaad zo, antwoordde de duivel, maar ik ben niet…
- Wij mogen u als
grootverbruiker een fantastische aanbieding doen, zei Han.
- Ik ben echt
niet geïnteresseerd, zei de duivel, ik zit bij Enexis
en dat bevalt me prima.
en dat bevalt me prima.
- Toch mag ik u
nu al een korting van maar liefst 5% op jaarbasis aanbieden
namens de
Nederlandse Energie Maatschappij.
- Dat is niet
mis.
- Eén april,
bulderde Han.
- Het is toch
niet één april vandaag, zei de duivel.
- Och, dat is
waar ook.
666 staat er op de schouder van de jongen voor me in de supermarkt
getatoeëerd. 666. Hij is natuurlijk niet de enige. Ontzettend veel jongeren
sieren zich er tegenwoordig mee, niet allemaal met 666 – gelukkig niet, zeg –
maar wel met een veelvoud aan tatoeages.
Wat moet je ermee, met al die tatoeages? Op dit moment lijkt het stoer,
maar over 30 jaar is je leven heel anders. De kans is heel erg groot dat je het
dan ontzettend stom van jezelf vindt.
Want De Liefde Van Je Leven – haar naam staat nu nog pontificaal op je
borst en boven je linkerarm – is er rond die tijd al jaren vandoor met je beste
vriend (die van de Friends Forever tatoeage op je rechterarm). De voetbalclub op je rug blijkt over 30
jaar een stelletje onverbeterlijke prutsers te zijn en sukkelt verder tegen de
IJsselmeervogels, van wie steeds weer verloren wordt. De vrouw met wie je
uiteindelijk toch nog twee kinderen krijgt (eentje zal zijn oorspronkelijke
naam Jeffrey – met Gotische letters in het vlees op jouw schouderblad
vereeuwigd –veranderen in Adriaan) is dan – net als jijzelf – zo uitgedijd dat
de ooit zo sexy tatoeage van een vogel met gespreide vleugels boven haar
bilnaad doorgezakt is tot vlak boven haar enkels.
Maar dat is pas allemaal over 30 jaar.
Nu ben je nog 20.
- Op die leeftijd waren wij ook ontzettend dom, zegt Han.
- Vooral jij, zeg ik.
- Vlak jezelf ook niet uit, Bill.
- Nee.
Het is trouwens ook de leeftijd dat de mens op zijn of haar mooist is: zo
tussen je 15e en je 25e levensjaar. Trucje van de natuur
om je dan zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor een partner, want alles
draait uiteindelijk om de voortplanting van de soort.
En zoals dat gaat, als je op een bepaald moment in je leven in het ene
enorm uitblinkt – bijvoorbeeld uiterlijke schoonheid – dan staat daar weer
tegenover dat je in andere zaken verschrikkelijk miskleunt. Bijvoorbeeld
realiteitszin. Ook dat is de natuur. Je krijgt maar 100%. Gaat 70% op aan het
uiterlijk, dan moet je niet vreemd opkijken als er voor het innerlijk maar 30%
overblijft. Het lijken net communicerende vaten, maar het is gewoon de natuur.
- En tatoeages
zijn tegennatuurlijk, stelt Han.
- Je kan er
huidkanker van krijgen, zeg ik.
- Dat is helemaal
niet bewezen, Bill.
- Maar het zou
toch zo kunnen zijn?
- Dat weet ik
niet.
We bellen de duivel maar weer eens. Die weet het ook niet.
- Ik heb het
sowieso te druk nu, zegt de duivel,
er is net een heel stel bankiers en
beleggers binnengekomen
en ik zit ineens met een fors bezettingsprobleem.
- O.
- Maar ik zal het
vanavond nog eens opzoeken op het internet.
Ik kom er nog op terug.
666. Het is wel een handig nummer. Makkelijk te onthouden.
Desalniettemin: het is vooral het nummer van het Beest.
Wat drukt die jongen voor mij in de supermarkt er eigenlijk mee uit? Dat
hij een volgeling van de duivel is? Dat hij een enorme klootzak is? Dat hij zal
moorden en doodslaan?
Valt wel mee.
Bij de kassa spreekt de getatoeëerde jongeman net als iedereen met twee
woorden en betaalt hij keurig zijn rekening. Ondermeer voor een bakje
aardbeien, een pak karnemelk en een zak aardappelen. Ook duivelskinderen moeten
elke dag eten.
Dan gaat mijn mobiel. Ik klap hem open.
- Met Bill, zeg ik.
- Ja, met de
duivel hier, ik zou nog even terugbellen…
- Ik ben er nu
niet, ga ik snel verder, maar spreek gerust uw
boodschap in op mijn Voicemail. Na
de piep.
- Godverdomme,
hoor ik de duivel nog zeggen terwijl ik mijn mobiel dichtklap.
De jongeman voor mij heeft intussen afgerekend maar blijft treuzelend
staan.
- Wat is er? vraagt de caissière.
- Ik meende net een bekende te horen, zegt de jongen.
Dan kijkt hij nog eens langs mij heen de supermarkt in, ziet daar verder
niemand die hij kent en haalt vervolgens zijn met 666 getatoeëerde schouder op.
© Bill Mensema
Mooi verhaal, Bill. Ik dacht altijd dat 666 het huisnummer van de duivel was. Dat kwam omdat er op de plee van het Viadukt jarenlang met viltstift stond geschreven: 667-Neighbour of the beast. Waarschijnlijk de naam van een of andere metalband die het niet ver geschopt heeft.
BeantwoordenVerwijderen